Vier ballen, veertig kinderen

| Redactie

De hoge werkloosheid maakte de meeste indruk op Edward Wigger tijdens zijn tiendaagse reis door de Sunday's River Valley in Zuid-Afrika. De bestuurskundestudent bezocht namens zijn Tubbergse voetbalvereniging TVC'28 scholen en voetbalclubs voor het project Stars in their Eyes. `Voetbal is het instrument om jongeren life skills bij te brengen en voorlichting te geven'.

Edward Wigger temidden van zijn pupillen.
Edward Wigger temidden van zijn pupillen.

Tweehonderd uitgelaten jongens en meisjes laten trainen met slechts vier ballen is een hele uitdaging. Voeg daar een temperatuurtje van ongeveer veertig graden aan toe en een veld dat meer lijkt op een zandbak dan op een sappige grasmat en de omstandigheden waaronder Edward Wigger (22) moest werken zijn geschetst.

`Dat gebrek aan materialen is echt een crime', zegt de bestuurskundestudent. `De kinderen hebben bovendien geen schoenen aan. Op blote voeten trippelen ze over het veld. Eén keer had het enorm geregend. Het speelveld was veranderd in een drassige modderpoel en lag vol met steentjes. De kinderen waren zó enthousiast dat ze per se wilden voetballen. Met die dikke eeltlaag onder hun voeten kunnen ze wel wat hebben. Dus we hebben getraind. Op het laatst deed ik ook mee. Samen met Ruud Koopmans, mijn voetbalmaat die ook mee was. Schoenen en kousen uit en hup, op blote voeten het veld op. We leken net een stel oude wijven, zo huppelden we rond. Wij zijn het niet gewend hè.'

Edward Wigger kwam vorige week dinsdag terug van zijn tiendaagse trip door de Kaapprovincie. Hij bezocht als ambassadeur van Stars in their Eyes scholen en voetbalclubs in de gemeenschap waaraan zijn eigen amateurclub TVC'28 `getwinned' is. `Zo noemen ze dat. De voetbalclub wordt verbonden aan een gemeenschap, vaak in plattelandsgebieden. Je deelt met de mensen daar kennis over technische voetbalzaken en praktische of organisatorische dingen. Denk aan het aanbrengen van structuur in een training en het opzetten van een voetbalclub of het organiseren van een toernooi.'

`In Zuid-Afrika verloopt een potje voetbal chaotisch', legt Wigger uit. `Iedereen doet mee en rent als een gek achter de bal aan. Door afwisselende en leuke oefenstof kun je de kinderen wat bijbrengen. We deden positiespelletjes, afwerken op doel en vier tegen vier. Maar ja, als je vier ballen en vier doeltjes hebt en veertig kinderen is dat best lastig. Improviseren dus.'

De Nederlandse overheid en verschillende sponsors financieren het voetbalproject. Het doel is sociale veranderingen teweeg brengen in Zuid-Afrikaanse plattelandsgebieden. `Voetbal is daarvoor het middel. Het houdt jongeren van de straat. Daar wordt het leven gekenmerkt door geweld, drugshandel en alcoholmisbruik.'

De beoogde veranderingen verlopen stapsgewijs. `Bij de KNVB krijgen geselecteerde regiocoaches uit de Kaapprovincie een opleiding tot voetbalinstructeur. Het gaat om de natuurlijke leiders van de gemeenschap. Mensen die respect genieten. Zij komen ongeveer een week naar Nederland voor een intensieve cursus. Daarna is het de bedoeling dat zij die kennis in hun eigen land overdragen.'

Wigger vertelt dat de regiocoaches de Nederlandse visie op voetbal leren. `Echte wedstrijdsituaties van vier tegen vier dus, waarbij elke speler genoeg balcontact heeft. Naast het balletje trappen, is er ruimte voor het bijbrengen van life skills, zoals HIV-preventie, normen en waarden, gezondheid en voeding.'

`Wat opviel was het grote enthousiasme en de leergierigheid van de kinderen', vertelt de student. `Ze zijn uitgelaten, zitten meteen aan je en ze willen alles van je hebben.' Wigger vertelt dat hij materialen vanuit Nederland had meegenomen. `Voetbalshirts, hesjes en ballen. Daar draait het om, al ben je als club helemaal vrij om te bepalen welke bijdrage je levert.'

Het is de tweede keer dat Wigger in Zuid-Afrika komt. Voor zijn studie Integrale Veiligheid aan de Saxion Hogeschool liep hij twee jaar geleden een half jaar stage in de hoofdstad Pretoria, bij de verkeerspolitie en brandweer. Terugblikkend: `Twee heel verschillende ervaringen. In Pretoria verbleven we in een afgeschermde villawijk. Sporen van de apartheid waren daar nog goed zichtbaar. De brandweer had een kantine voor de zwarten en eentje voor de blanken. In de townships die we onlangs bezochten wonen zo'n zestigduizend mensen. Een mix van rassen, al zijn de grote citrusplantages in handen van blanke boeren en zijn de arbeiders op het land zwarten. De werkloosheid is groot. Eigen initiatieven blijven uit. Daar verbaasde ik me over. Het lijkt wel of ze de kansen niet zien liggen. Ik denk dat het komt door gebrek aan educatie. Slechts één tot twee procent krijgt de kans om na de middelbare school verder te studeren.'

`De Zuid-Afrikanen leven in echte armoede. Huisjes zijn gemaakt van karton en golfplaat. De wegen bestaan uit stoffige zandpaden die bij regen veranderen in grote modderstromen. We aten twee keer thuis bij families. De gastvrijheid is groot. Het eten traditioneel. Pap van maïsmeel gemengd met melk met daarover een pittig sausje, shashalaka genaamd. En we hebben gebraait, ofwel gebarbecued.'

Op de vraag of Wigger nog wat heeft gemerkt van het aankomende WK antwoordt hij dat er nog veel moet gebeuren. `De stadions zijn grotendeels af. Nu de infrastructuur en de vliegvelden nog.' Volgend jaar gaat de student waarschijnlijk terug. Tot die tijd onderhoudt hij per e-mail contact met de regiocoach voor advies en tips.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.