`Breed over smal, trek aan en hop'

| Redactie

De intro gaat vandaag z'n laatste dag in. De campus is verkend, nieuwe vriendschappen zijn gesloten. Voor een optimale voorbereiding op het studentenleventje stonden afgelopen zaterdag de verschillen tussen mannen en vrouwen centraal. Na een lezing van een ex-prostituee volgden de dames een cursus zelfverdediging en werden de heren ingewijd in de geheimen van de Windsor-knoop. `Trek aan en weer voorlangs.'

The battle of the sexes, zoals dag vijf van de intro heet, begint in een afgeladen Agora met een lezing red light secrets van ex-prostituee Metje Blaak. Vergezeld door haar hondje en met draaiende camera in de hand, komt Blaak - slank, lang blond haar en roodgestifte lippen - de zaal binnen. Haar accent verraadt haar Twentse afkomst. `Hondje doet niets hoor,' zegt ze kalmerend. `Ja, misschien een keer z'n pootje optillen.' De studenten lachen. Het ijs is gebroken. Blaak vertelt dat ze 22 jaar als prostituee heeft gewerkt. Tijdens haar werk als mannequin kwam ze met het vak in aanraking, ze was toen 25. `Ik ging een `avondje stappen' met een klant van mijn baas in ruil voor geld.' Blaak voelde zich die avond als een prinses. `Ik had macht over die man, want ik bepaalde wat er gebeurde. Dat gaf me een enorme kick.'

Wat in Amsterdam kan, kan in Twente ook, bedacht Blaak. Ze huurde een appartement midden in een Twents dorp, richtte een `peeskamer' in en begon. `De slager, de bakker, de tandarts: ik had ze allemaal als klant.' Lacht: `Als ik bij de kapper zat, was ik omringd door hun vrouwen!'

Haar verhalen en grappige anekdotes roepen vragen op uit het publiek. Met haar camera neemt Blaak de vragenstellers op. `Voor mijn documentaire,' verklaart ze. Een van de eerstejaars wil weten wat een prostituee tegenwoordig verdient. `Vijftig euro,' antwoordt Blaak. `Dat noemen we drempelgeld. Is de klant eenmaal binnen, dan krijgt het meisje er vaak meer uit.' Een andere vraag: wat is het verschil tussen prostitutie op het platteland en in de stad? Blaak: `In een dorp gebeurt alles ondergronds. Men weet dat prostitutie bestaat, maar spreekt er niet over. In de stad heerst meer openheid, maar daar heb je weer te maken met criminele pooiers.' Is ze wel eens verliefd geworden op een klant, vraagt een student zich af. `Nee, helaas niet,' lacht Blaak. `Lijkt me enig, want dan heb je pas écht plezier in je werk.' En hoe gaan haar kinderen eigenlijk om met het beroep van moeders? Blaak: `Ik heb een zoon en hij heeft twee dochters van vier en zeven. Wanneer zij mijn bontgekleurde jarretelletjes zien hangen, roepen ze verbaasd: oma dans jij bij TMF?'

Blaak gebruikt tegenwoordig haar werkervaring om jongere collega's met raad en daad bij te staan. `Laatst was ik met een collega bij een zorgverzekeraar. Toen de baliemedewerker het beroep prostituee zag staan, siste hij: ik heb alleen christelijke klanten. Waarop mijn collega monter zei: die heb ik ook!' Blaak probeert hiermee duidelijk te maken dat prostituees nog steeds op veel barrières stuiten. `Het woord `hoer' heeft nog altijd een sterk negatieve lading.' In haar `Handboek voor hoeren' geeft ze tips over het beroep. `Wat je wel en niet moet doen en hoe ik zelf op mijn bek ging. Dus, mocht een van de dames in de zaal zich nog bedenken, lees mijn boek!'

Na het red light-gedeelte volgt voor de heren eerstejaars een spoedcursus `hoe strik ik mijn stropdas?' in het Amphitheater. `Breed over smal, naar achteren, trek aan en weer voorlangs,' dreunt de instructrice. In de zaal zitten zo'n tweehonderd nuldejaars te friemelen met een onwillige das. Koen Slagter (european studies) krijgt hulp van z'n buurman. Het resultaat: een trieste knoop in een te korte das. `Mislukt altijd,' baalt hij. `Maar goed, gewoon blijven oefenen.'

De energieke cursusleidster gaat over op de Windsor-knoop. `Breed over smal, halve slag naar achteren, trek aan en hop er overheen. Ja jongens, life is sweet, life is bitter,' lacht ze, terwijl ze geamuseerd de zaal in kijkt. Niels Vosseveld (civiele techniek) gaat het allemaal te snel. Peinzend doet hij een poging. `Heel lastig,' vindt-ie. Toch lukt het hem een fatsoenlijke knoop te leggen.

Maar, met een keurig gestrikte das ben je er natuurlijk nog niet. `Make yourself look good', is het credo van de instructrice. Ze haalt vier vrijwilligers uit het publiek. `Let op je houding. Geen afhangende schouders. Gebruik je grootste wapen: je gezichtsuitdrukking. Glimlach!' Ze vraagt of de vier vrijwilligers hun broekspijpen willen optrekken. Er is geen ontkomen aan, ze wil de sokken zien. Doceert: `Een heer in jasje-dasje, draagt de sokken tot net onder de knie.'

Terwijl de heren volledig worden opgeslokt door de kunst van het kleden, gaan de dames buiten op het grasveld helemaal los. Ze leren zichzelf te verdedigen, om, zoals de website van de IK meldt, `het grote aantal mannen op de universiteit aan te kunnen'. De cursus, gegeven door leden van vechtsportvereniging Arashi, is net bij het onderdeel wurging. In slow motion doet de instructeur de handelingen voor die hem uit de wurggreep bevrijden. Dan is het aan de studenten. Ali Gavema (civiele techniek) moet al lachen voordat ze begint. `Moet ik jou nu slaan?,' giechelt ze onwennig tegen haar oefenpartner die ook in de lach schiet. Maar dan wordt er toch serieus `gevochten'. In rap tempo raffelen de dames de bewegingen af. `Zo, bevrijd!,' roept Ali. Behalve vechten staat er ook dans op het programma. Steetdance wel te verstaan. Op stoere R&B-muziek trachten zo'n veertig meiden het hiphoppen onder de knie te krijgen. `Het lijkt zo makkelijk,' hijgt Daphne Mulders (technische geneeskunde). `Maar als je alle bewegingen snel achter elkaar moet doen, valt het behoorlijk tegen.'

Verderop, bij het Carillon, komen de mannen en vrouwen elkaar weer tegen bij de outdoor activities: wandklimmen en mountainbiken. Een jongen uit doegroep `Pyromaan' kan alleen maar toekijken. Klimmen lukt hem niet meer, zijn hand zit in het verband. `Ik wilde een vlag ophangen aan de steiger voor de Vrijhof', vertelt hij. `Ik klom omhoog, bleef haken en viel. Vijf hechtingen.' Het zit de doegroep niet mee, want hij is niet de enige die in het ziekenhuis belandde. `Een van ons brak zijn pink toen-ie over een muurtje wilde springen en een ander groepsgenootje kreeg een straatnaambordje op z'n kop toen we gingen touwtrekken. Het naambordje viel van de paal waar we het touw om heen hadden geknoopt. Precies op zijn hoofd natuurlijk: hersenschudding.'

Later verplaatst the battle of the sexes zich naar het watercomplex van Euros voor een avond vol muziek en limbo-dansen. Deze vijfde dag van de intro wordt afgesloten met een schuimparty in de Vestingbar. Maar van een battle is dan allang geen sprake meer…

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.