Ze kan zich dat ene moment nog haarscherp voor de geest halen. Toen zij en oud-rector Frans van Vught, na vergeefse pogingen om een reguliere studie geneeskunde binnen te halen, opeens het licht zagen: de UT moet gewoon doen waar ze goed in is. Miedema: `Téchnische geneeskunde dus. Deze opleiding kwam tot stand dankzij de inzet van een hoop mensen. Wij spraken in die tijd met ontzettend veel artsen. Onder meer over het soort technologie waarmee ze worden geconfronteerd en waar ze behoefte aan hebben. Want wij wilden met een nieuwe studie iets toevoegen, iets nieuws beginnen. Bovendien leiden wij geen studenten op voor de WW. De mensen die deze studie volgen hebben een goede garantie op een baan.'
Afgelopen juli leverde technische geneeskunde haar eerste bachelors af. Eén van hen switcht naar een studie reguliere geneeskunde, een tweede maakt de overstap naar biomedische wetenschappen in Nijmegen. Maar het merendeel, 26 studenten, stroomt door naar de nieuwe master technische geneeskunde. Deze werd afgelopen voorjaar positief beoordeeld door zowel accrediteringsorganisatie NVAO als het ministerie van OC&W. Miedema: `Tot twee keer toe kregen we eind vorig jaar hoog bezoek. Onze opleiding werd zeer grondig beoordeeld en kreeg ongeclausuleerd een positief advies. Daar ben ik trots op ja. Nu durf ik best te zeggen dat deze opleiding gewoon verrekte goed in elkaar zit. Sterker nog: als je me nu op een presenteerblaadje een studie reguliere geneeskunde aanreikt, zou ik `m niet eens willen.'
Sinds een jaar zetelt technische geneeskunde in een vleugel van de Noordhorst. De opleidingsdirecteur wilde daar iets creëren waar docenten en studenten zich mee kunnen identificeren en hield zich tot in de kleinste details bezig met de inrichting. `Veel licht, vandaar de glazen puien. En veel open ruimtes, die gemakkelijk tot kleinere werkhoekjes zijn om te bouwen. Deze studenten moeten straks met iedereen kunnen omgaan op de werkvloer. Hier leren ze alvast samenwerken.' In één van de collegezalen laat Miedema zien hoe met mobiele scheidingswanden kleinere werkruimtes zijn te creëren. `Op de scheidingswanden heb ik afbeeldingen van celstructuren uit het menselijk lichaam laten drukken. Prachtig toch?' Ze wil nog iets laten zien. Iets nieuws, waar ze ontzettend trots op is: het Skillslab. `Een leeromgeving waarin de student wordt gestimuleerd om de geformuleerde competenties te verwerven. Dat kan in de themakamer of de integratiekamer', legt Miedema uit. `In de themakamers staan leermiddelen waarmee de student zich, per subsysteem van het menselijk lichaam, kan verdiepen in de anatomie, de fysiologie, de pathosfysiologische kernbegrippen en de relevante technologie. De integratiekamer is een soort van nagebootste intensive care. Hier moeten studenten op basis van gerichte opdrachten hun kennis inzetten om problemen op te lossen. Als leermiddel hebben we daarom een Human Patient Simulator, een levensgrote pop compleet met beademingsapparatuur en bewakingsmonitoren.' De opleidingdirecteur laat zien dat studenten op de pop kunnen oefenen met levensechte lichaamsprocessen. Ze moeten bijvoorbeeld een katheter inbrengen of de pop reanimeren. Miedema: `Vanachter de computer geeft iemand opdracht voor het nabootsen van levensechte situaties, waardoor studenten het gevoel krijgen dat ze in een heuse intensive care aan het werk zijn. De pop kan bijvoorbeeld overlijden, dat kan best even heftig zijn.' Het Skillslab is tegelijkertijd een leeromgeving voor medici, verpleegkundigen, nurse practitioners en physician assistents uit de regio. `Zo trainen verschillende beroepsbeoefenaren met elkaar. Dat vergroot het onderlinge begrip en bevordert de communicatie.'
Volgens Miedema verdwijnt bij bestaande medische faculteiten langzaamaan de scepsis over technische geneeskunde. `Lange tijd dacht men dat de UT via een achterdeurtje probeerde om alsnog geneeskunde binnen te halen. Nu raken ook medici enthousiast over deze nieuwe beroepsgroep. Voorbeeldje: steeds meer medische centra willen met ons samenwerken, zoals het Universitair Medisch Centrum in Groningen. Het aanbod van stageplaatsen is groot. Dat is niet zo gek als je bedenkt dat ook in de toekomst de vraag naar gezondheidszorg blijft groeien. Technologie is in de gezondheidszorg toenemend belangrijk geworden, maar aan het onderdeel technologie wordt in het geneeskundige onderwijs nauwelijks aandacht besteed. Bij de huidige professionals ontbreekt dus vaak exacte kennis.' Miedema noemt een voorbeeldje. `Laatst sprak ik een orthopeed die een kunstknie moest uitbalanceren. Dat is een kwestie van millimeterwerk, waarbij de orthopeed afgaat op ervaring en gevoel. Een technisch geneeskundige berekent de balans van de knie tot op de komma nauwkeurig. Zoiets scheelt in kosten, pijn en ongemak bij een eventuele hersteloperatie.'
Een belangrijk kenmerk van TG'ers, zegt Miedema, is dat ze denken vanuit de patiënt, ze zetten technologie in op een manier die voor de patiënt het beste is. Die keuzes maakt de TG'er in een specialistisch team waarin hij zijn eigen rol speelt. En dat is volgens haar ook het antwoord op de vraag waarin de UT-opleiding nou verschilt van `medical engineering' in Eindhoven. Miedema: `De TU/e leidt ingenieurs op die artsen ondersteunen in hun werk. Een TG'er is geen arts, geen ingenieur, maar master of science. Hij of zij zal binnen specifieke patiëntenpopulaties een technisch geneeskundige vraagstelling met behulp van zijn of haar eigen verzameling kennis, vaardigheden en competenties oplossen.' Miedema lacht: `Deze zinnen kan ik dromen. Dat heb ik al zo vaak moeten vertellen.'
Met 102 eerstejaars ziet de opleidingsdirecteur het nieuwe collegejaar positief tegemoet. Technische geneeskunde zou nog verder kunnen groeien, maar voorlopig bestaat er een instellingsfixus. `We gaan eerst voor kwaliteit en inhoud', aldus Miedema. `Deze 102 eerstejaars kunnen we verzekeren van een goede opleiding en een goede plek op de arbeidsmarkt.'
Na drie jaar voelt technische geneeskunde een beetje als `haar kindje'. En voorlopig is ze er ook nog niet klaar mee. De nieuwe masteropleiding vormt de volgende uitdaging. `Maar eerlijk is eerlijk: het is vooral leuk om iets nieuws neer te zetten. Als deze studie is uitgekristalliseerd, wie weet waar ik dan aan begin.'
Opleidingsdirecteur Heleen Miedema laat het gloednieuwe Skillslab zien. Foto: Arjan Reef