`UT moet gevoel voor medische praktijk verder ontwikkelen'

| Redactie

Als pasbenoemde deeltijdhoogleraar clinical assessment of neurorehabilitation technology bij de faculteit EWI wil Maarten IJzerman (36) de kloof tussen medisch/technisch onderzoek en de behandelpraktijk verkleinen. Vier dagen per week is hij wetenschappelijk directeur van Roessingh R&D, één dag is hij op de UT te vinden. `Ik ben op zoek naar een centre of excellence voor revalidatiezorg en -technologie in een Twents samenwerkingsverband.'


`Ik zie mijn werk op de UT niet los van wat ik hier bij RRD doe. We maken allebei deel uit van landelijke en Europese ontwikkelingen. Daar moeten we als regio Twente op anticiperen. Dat kan alleen als we samen, wat onderzoek betreft, duidelijke keuzen maken waar we sterk in willen zijn.'

Een medische behandelmethode die gebruik maakt van nieuw ontwikkelde technologie doorloopt volgens IJzerman heel wat stadia. Tussen het eerste prototype en algemeen erkende behandeling ligt een gebied waarin nog veel valkuilen zitten. `Aan de kant van fundamenteel onderzoek zijn partijen als NWO, Senter en de EU actief. Aan de andere kant kunnen effectieve en kostenbesparende behandelingen die hun nut hebben bewezen, rekenen op de steun van de zorgverzekeraar. De vraag is hoe we kansrijke prototypen daadwerkelijk in de kliniek krijgen.'

De mogelijkheden daarvoor zijn bij RRD sinds vorig jaar toegenomen. Minister Hoogervorst gaf het instituut de status van nationaal innovatiecentrum voor pijnrevalidatie en revalidatietechnologie. Meer experimentele behandelmethoden dan voorheen worden nu op kleine schaal toegepast in het behandelcentrum van het Roessingh. Ook groeit het aantal projecten waarin RRD in een vroeg stadium met de zorgverzekeraar samenwerkt. `Het heeft geen zin om de zorgverzekeraar op het eind van een ontwikkelproces te confronteren met een compleet nieuwe behandelmethode', zegt IJzerman. `Het is onmogelijk om achteraf de kwaliteit en de financiële consequenties te overzien en op waarde te schatten.'

Liever werkt RRD daarom vanaf het eerste prototype samen met de zorgverzekeraar. Dat gebeurt bijvoorbeeld in projecten voor teleconsultatie op afstand. `Bij goed gebruik kan het aantal consult-uren worden teruggebracht, waarbij patiënten thuis gezondheidsparameters meten of de trainingsvoortgang monitoren. Met een beslismodel kan de specialist de behandeling grotendeels op afstand begeleiden.'

Voor veel toepassingen in de ict is het niet nodig om nieuwe technologie te ontwikkelen; met e-mail en internet is al veel mogelijk, vindt IJzerman. `Toch zitten er genoeg technische en wetenschappelijke uitdagingen aan die direct en indirect voor de UT van belang zijn. Behalve kennis kunnen we maatschappelijke spin-off genereren, die voor de regio Twente van groot economisch belang is. Want ... de zorg zal er over tien jaar totaal anders uitzien. Met de vergrijzing zullen aandoeningen als Parkinson, Alzheimer en hersenbloedingen flink toenemen en zwaarder op het aanbod van gezondheidszorg drukken.'

Roessingh en het biomedisch-technologisch intstituut van de UT werken al intensief samen in het Centrum voor Revalidatietechnologie (CeRT). De onderzoeksgroepen van biosignalen en systemen en biomedische werktuigbouwkunde hebben daarbij een belangrijke inbreng. Voor de effectieve inzet van telematica in de zorg neemt het aantal projecten met het CTIT en met het Telematica Instituut toe.

`Dit zijn de onderzoekslijnen waarmee UT en Roessingh zich landelijk kunnen profileren', aldus IJzerman. `Daarbij komt nog het onderzoek dat bij Technische Geneeskunde in ontwikkeling is. Dit zal passen bij de disciplines waarin de UT nu al sterk is - zoals nanotechnologie, tissue engineering en biomedisch technologisch onderzoek - maar dan wel met een eigen technisch-geneeskundig profiel. Het daadwerkelijk toepassen van nieuwe technologie in de praktijk, of het verzinnen van nieuwe oplossingen voor medische problemen, past goed bij de het profiel van deze nieuwe studierichting. Dat vraagt specifieke deskundigheid waarbij naast techniek ook medische en organisatorische aspecten aandacht krijgen.'

IJzerman vindt het belangrijk dat revalidatiegeneeskundige thema's vanuit verschillende disciplines benaderd worden. Als voorbeeld noemt hij de regeneratie van menselijke functies (motor-relearning) na een beroerte. In veel gevallen leidt elektrostimulatie tot duidelijke resultaten. Maar vaak is meer nodig om de patiënten echt goed te helpen. Volgens de hoogleraar kan een combinatie met bijvoorbeeld robots die helpen bij de revalidatietrainingen, of met een orthese uitkomst bieden voor de patiënt in kwestie. In andere gevallen echter biedt een behandeling met tissue-engineering meer soelaas, waarbij zenuwsegmenten aan kunnen groeien, of een combinatie met medicijnen en stamcelbehandelingen.

`De zorg van een behandelend arts betreft in de eerste plaats de individuele patiënt die ondubbelzinnig baat moet hebben bij een nieuwe behandelmethode. De rol van innovatieve techniek daarbij is vaak subtieler dan de technische wetenschapper vanuit zijn probleemdefinitie als eerste voor ogen heeft. Toch heeft de arts hem nodig omdat hij niet over de kennis beschikt om tot een flinke innovatiestap te komen. De UT moet het gevoel voor de medische praktijk verder ontwikkelen. Wel zie ik dat medici en technici met elkaar in gesprek zijn en elkaars taken en verantwoordelijkheden in de projecten steeds beter leren begrijpen.'

Een cruciale stap is volgens IJzerman in hoeverre de UT erin slaagt om de samenwerkingsverbanden met medische specialisten van academische ziekenhuizen aan te halen. Nijmegen en Münster, maar ook Groningen als het gaat om de revalidatie, noemt hij belangrijke partners. Voor de revalidatie is het bijvoorbeeld van belang om intensief met de neurologie, neurochirurgie, neurofysiologie en orthopedie op te trekken. Een academisch ziekenhuis in Twente ontbreekt. IJzerman ziet daarom graag dat men in enkele strategisch slim gekozen onderzoeksthema's samenwerkt met het Medisch Spectrum Twente.

`Van het belang van een strategische onderzoekskeuze is iedereen doordrongen en men is bezig dit nader uit te werken. Voor de regio moet ook de Saxion Hogeschool bij deze uitwerking wordt betrokken. Daar worden verschillende medische opleidingen gegeven. Medische expertise is in Twente wel aanwezig maar is nog erg verbrokkeld.'

Een paar weken geleden bracht IJzerman een bezoek aan Amerika. Hij is daar consultant van een groot project naar de behandeling van patiënten met een klapvoet, een aandoening waarmee veel mensen te maken krijgen die getroffen zijn door een beroerte. Tijdens het lopen maakt de voet een slepende beweging omdat de hersenen de hefspieren niet goed meer aansturen. Met een orthese kan men vaak al veel beter leven met deze handicap. De vraag is of een combinatie met elektrostimulatie, zoals op het Roessingh is ontwikkeld, dit herstel significant kan versnellen. In een groot project met 120 patiënten wil men deze werking aantonen.

IJzerman: `In Amerika maakte ik deel uit van een Twentse delegatie waarvan burgemeester Mans delegatieleider was. Het bezoek heeft mij gesterkt in de opvatting dat we als zorgregio internationaal een rol kunnen spelen. Bij sommige dingen zijn de zorgverzekeraars in Amerika terughoudender dan hier, maar op andere gebieden is men duidelijk verder. Ook daar was duidelijk zichtbaar dat de druk op de gezondheidszorg met de vergrijzing toeneemt. Bij de behandeling van chronisch zieken en ouderen bijvoorbeeld heeft men een `health-buddy', een elektronisch kastje waarmee men de eigen gezondheid van dag tot dag kan doorgeven aan de arts met behulp van een internetverbinding. Naast medische parameters als bloeddruk vullen patiënten met regelmaat een lijst in over hun gezondheidstoestand. De voorziening is een hulpmiddel die tot betere gezondheidszorg leidt én kostenbesparend blijkt te zijn. Die ontwikkeling past goed bij de teleconsultatie-projecten in Twente'.

Loopbaan

Maarten IJzerman (36), onlangs benoemd tot deeltijdhoogleraar clinical assessment of neuro-rehabilitation technology in de faculteit EWI is sinds 2000 wetenschappelijk directeur van Roessingh Research and Development.

IJzerman studeerde fysiotherapie in Enschede en bewegingswetenschappen en klinische epidemiologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij promoveerde in 1997 aan het Biomedisch Technologisch Instituut van de Universiteit Twente. IJzerman publiceerde veel artikelen over diverse aspecten van revalidatietechnologie: ontwikkeling van prothesen en orthesen, functionele elektrostimulatie, pijnbestrijding.

Roessingh Research and Development BV is de zelfstandige onderzoekstak van revalidatiecentrum Het Roessingh in Enschede. Het centrum heeft een grote naam opgebouwd en is de afgelopen tien jaar sterk gegroeid. Dankzij de nieuwbouw, op 7 februari geopend door burgemeester Mans van Enschede, kan het centrum haar onderzoeksambities verder verwezenlijken.

Maarten IJzerman:…de vraag is hoe we kansrijke prototypen daadwerkelijk in de kliniek krijgen…
Maarten IJzerman:…de vraag is hoe we kansrijke prototypen daadwerkelijk in de kliniek krijgen…

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.