De UR wil 'niet het gehele beleid verwerpen noch het beleidsproces stilleggen', maar de kantelimg- en herindelingsplannen 'op voor ons essentiële punten bijstellen', aldus een intern memo. Voor het CvB betekent dit een onwelkome vertraging.
De essentie van de kanteling is dat personeelsbeleid en financiële huishouding van de onderzoeksinstituten niet meer onder verantwoordelijkheid van de faculteitsdecaan vallen, maar rechtstreeks onder het college van bestuur. Wetenschappelijk directeuren kunnen op die manier zelf, na goedkeuring van het CvB, leerstoelen instellen.
Precies over dit kardinale punt struikelen, volgens de UR, vrijwel alle faculteitsraden, die 'nagenoeg unaniem' de voorgestelde bevoegdheidsverdeling tussen decanen en wetenschappelijk directeuren afwijzen. Juist het zelf instellen van leerstoelen door wetenschappelijk directeuren gaat veel faculteitsraden te ver.
Bij de facultaire herindeling gaan de bezwaren over de 'vaagheid' van de plannen. De UR wil meer duidelijkheid over de decaanbenoemingen en de verdeling van de gelden onder vijf nieuw te vormen faculteiten.
Achtergronden, zie elders in het UT-nieuws