Spiekbriefje nog steeds meest in trek op tentamen

| Redactie

Bijna de helft van de UT-studenten 'fraudeert' minstens een keer per studiejaar bij het maken van tentamens of opdrachten. De meest gebruikte methoden zijn het klassieke spiekbriefje, informatie op het lichaam, en het uitstellen van een opdracht met een verzonnen excuus. Fraude tijdens tentamens met smsjes komt niet of nauwelijks voor.

Het spiek- en fraudegedrag van UT-studenten is onderzocht door Esther Cohen en Elizabeth Verhoeff, derdejaars studenten Toegepaste Onderwijskunde, afstudeerrichting Examentechnieken. Zij hielden een elektronische enquête onder 655 studenten van INF, TO, TCW, WB, TN, TBK en WWTS. Voor zover bekend is dit het eerste onderzoek in zijn soort aan de UT en het grootste tentamenfraudeonderzoek dat ooit aan een Nederlandse universiteit is uitgevoerd.

Opvallend in de onderzoeksresultaten is het afwijkende fraudegedrag van informaticastudenten. De INF-student is klassieke methoden als het spiekbriefje duidelijk ontgroeid: 26 procent van de INF-studenten geeft toe vóór een tentamen wel eens toegang te hebben verkregen tot het originele tentamen. Hoe dat dan in zijn werk gaat wordt in het onderzoek verder niet gevraagd, maar hoogstwaarschijnlijk gebeurt dit digitaal. Bij andere studies ligt dit percentage beduidend lager.

Helemaal curieus is de fraudehouding bij studenten Toegepaste Communicatiewetenschap. Als reden voor frauderen geven zij 'te weinig tijd om te studeren', terwijl uit de enquête ook blijkt dat 50 procent van de TCW'ers minder dan 20 uur per week aan zijn studie besteedt.

Een significant verschil in de gebruikte fraudemethodes bestaat er tussen studenten die een opleiding tot doctorandus volgen en degenen die opgeleid worden tot ingenieur. De doctorandi in spe werken bij het frauderen vaker samen met andere studenten, terwijl aankomend ingenieurs liever eigenhandig de uitkomst van een onderzoek veranderen om tot een beter resultaat te komen.

Ook is er een duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen als het gaat om spiektechnieken: 35 procent van de vrouwen overlegt tenminste één keer per studiejaar tijdens een tentamen met een medestudent, tegen 15 procent van de mannen. Vrouwen nemen maar in drie procent van de gevallen hun toevlucht tot het geheugen van hun rekenmachine bij het frauderen, terwijl 13 procent van de mannen daar wel eens gebruik van maakt. De reden om fraude te plegen is bij 29 procent van de vrouwen 'angst om te falen'; slechts 6 procent van de mannen geeft faalangst als reden aan.

Het leveren van een minimale inspanning bij een groepsopdracht, oftewel het parasiteren op medestudenten, is eveneens onderzocht. Bij Technische Bedrijfskunde en TCW bleek dit fenomeen het meest voor te komen, respectievelijk bij 36 en 46 procent van de studenten.

De deelnemers aan de enquête werd absolute anonimiteit gegarandeerd. Hiervoor werd een variant van de Randomized Response Techniek gebruikt, een statistische techniek waarbij een kanselement (in dit geval een elektronische dobbelsteen) de geënqueteerde per vraag vertelt of hij die met ja, nee of waarheidsgetrouw moet beantwoorden. Dit kanselement zorgt ervoor dat de onderzoeker nooit weet of een ja-antwoord gebaseerd is op de dobbelsteen of een werkelijk antwoord is op de gevoelige vraag.

De complete resultaten van het onderzoek, getiteld 'Cum Fraude', worden binnenkort gepubliceerd op http://home.student.utwente.nl/e.cohen.


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.