Het nieuwe onderzoekscentrum is een initiatief van prof.dr. G. Wittkämper van de onderzoeksgroep voor Duitse en Europese Criminaliteitspolitiek van het Instituut voor Politicologie in Münster. Op zoek naar een Nederlandse partner kwam Wittkämper terecht bij prof.dr. P. Boorsma (BSK) die al nauw betrokken is bij het Internationaal Politie Instituut Twente (IPIT). De twee zullen samen de directie van het nieuwe centrum op zich nemen.
Met het oog op de oprichting van het ECC zijn inmiddels twee verenigingen opgericht, een Trägerverein of 'executieve' en een Förderverein of vriendenvereniging. Voor deze organisatorische dubbelconstructie is volgens Boorsma gekozen vanwege het Duitse belastingrecht; op deze manier wordt eventuele sponsoring fiscaal aftrekbaar. 'Ik vertel dat erbij omdat zo'n constructie ook voor de UT interessant kan zijn', aldus Boorsma.
Het ECC wordt gevestigd in Steinfurt. Daar maken nu enkele stafleden van de Münsterse onderzoekgroep kwartier. Uiteindelijk zullen echter binnen het ECC zowel Twentse als Münsterse medewerkers aan de slag gaan. Boorsma wil daarvoor binnenkort een medewerker vanuit het IPIT detacheren.
Om het ECC te financieren hebben Wittkämper en Boorsma samen met de Euregio bij het Europese Interreg-programma een subsidie-aanvraag ingediend voor een vergelijkend onderzoek naar criminaliteitspreventie in de Duits-Nederlandse grensregio. Het Interreg-fonds is gericht op de (economische) ontwikkeling van grensgebieden en de bevordering van transnationale samenwerking, en op het gebied van bijvoorbeeld drugstoerisme kan die samenwerking beter, zo bleek onlangs uit een onderzoek van Bestuurskunde.
Het bij Interreg ingediende 'startprogramma' sluit volgens Boorsma aan bij het onlangs door het Onderzoeks Stimulerings Fonds (OSF) gehonoreerde programma Het Justitiële Ketenbeheer in een zelfregulerende samenleving, dat in het kader van de overbelasting van het justitiële systeem ook aandacht voor preventie heeft. 'We moesten dat OSF-programma toch een internationale component geven. We hopen dat de programma's elkaar versterken.'
Aangezien de ECC-plannen afhankelijk zijn van de (onzekere) toekenning van de Interreg-subsidie, rijst wel de vraag hoe zeker de start van dat ECC eigenlijk is. Boorsma: 'Ik begrijp die vraag heel goed. En ik wil u best zeggen dat zoiets in het begin altijd een kwestie van scharrelen is. Je moet proberen eerst te roeien met de kleine riempjes die je hebt. Maar als het aan de andere kant lukt om die Interreg-aanvraag gehonoreerd te krijgen, heb je ook meteen een prachtige financiële basis.'
Niettemin zal het ECC ook andere geldbronnen moeten aanboren, onder meer omdat het Interreg-fonds hooguit 80 procent van een aanvraag honoreert. Boorsma rekent op bijdragen in natura van de beide universiteiten (met name in menskracht). Daarnaast wil hij het deel van het OSF-miljoen inzetten dat toch al aan onderzoek naar criminaliteitspreventie zou worden gewijd. 'Een dakpansgewijze constructie', noemt Boorsma dit. Uiteindelijk moet het ECC zichzelf financieel via de derde geldstroom gaan bedruipen.
Terwijl het IPIT amper uit de steigers is, komt er weer een vergelijkbaar instituutje bij. Is dit niet een beetje dubbelop? Boorsma vindt van niet, al snapt hij ook deze scepsis wel. 'De markt is inderdaad niet zo groot dat je er diverse forse instituten op na kunt houden, dat klopt. Bovendien moetje oppassen dat je de activiteiten niet gaat versplinteren.'
Toch wilde hij erbij zijn: 'Natuurlijk, we hadden kunnen zeggen dat we ons liever helemaal op het IPIT concentreren. Maar dan waren de Duitsers verder gegaan op zoek naar een Nederlandse partner. Deze samenwerking lijkt me beter voor het IPIT dan dat je er een concurrent bij krijgt. Het is dus een kwestie van taktiek, van strategisch denken. Bedenk ook dat Rijnland-Westfalen een groot gebied is, waar veel industrie zit en een hoop kapitaal. Dat kan ook voor het IPIT heel interessant zijn. Uiteindelijk moet die eerste I van IPIT ook waargemaakt worden', aldus Boorsma.
Om de Duits-Nederlandse contacten wat op te warmen heeft Boorsma Wittkämper en diens medewerkers Krevert en Kohl uitgenodigd om mee te gaan met een door BSK-studievereniging Sirius georganiseerde studiereis. Daarbij zal men in het kader van het OSF-programma Justititeel Ketenbeheer een internationale vergelijking maken van ketenbeheer in Nederland, Duitsland, Zwitserland, Italië en Frankrijk. Aan de reis zullen behalve studenten en stafleden van BSK ook rechters- en politiemensen-in-opleiding meedoen.