Ik heb een enorme kans aan mij voorbij laten gaan. Ik had namelijk als eerste in Nederland mijn bul via Internet uitgereikt kunnen krijgen en op die manier de Telegraaf kunnen halen. Helaas ben ik niet zo creatief en al helemaal niet goed in het bedenken van dergelijke geweldige Internet-toepassingen. Deze enorme eer gaat nu dus naar Marc Schipperheyn -een student bedrijfskunde uit Groningen-, die afgelopen maandag via Internet zijn bul heeft gekregen.
Toen ik het artikeltje in de Telegraaf las, zag ik het al helemaal voor me. Een huiskamer vol met erg onder de indruk zijnde familie, minstens twee multimedia PC's, een enorm beeldscherm -iedereen moet het goed kunnen volgen- en in het middelpunt van de belangstelling neef Marc met de beruchte vingercamera. Wanneer het moment daar is, ondertekent Marc bibberend en onder het -via Internet en de vingercamera- toeziend oog van de docenten in Groningen de papieren bul in Amstelveen.
Ik hoop dat PTT Telecom het hele gebeuren op film heeft vastgelegd voor een toekomstige ISDN-reclame, de telecommunicatie-techniek stond immers weer eens voor niets. Leuk detail is dat de bul zelf waarschijnlijk gewoon per post is verstuurd, een goed voorbeeld van het juiste medium voor de juiste toepassing. Hoewel ludiek bedoeld is je bul uitgereikt krijgen via Internet dat juist niet.
Marc verdient dan ook de 1996-bokaal voor de meest zinloze toepassing van Internet. Een bul word je persoonlijk overhandigd door een afstudeerbegeleider, ten overstaan van een zaal vol met collega's, docenten en familie. Internet is voor de gemiddelde contactgestoorde computernerd natuurlijk de mogelijkheid om aan dit sociale gebeuren te ontsnappen, maar gewoon wegblijven lijkt me eenvoudiger. Je haalt dan natuurlijk niet dé krant van wakker Nederland. Je begrijpt het al, ik ben jaloers....
Het via Internet verzenden van een drieluik van Maerten van Heemskerck verdient wat mij betreft ook zo'n bokaal. Onlangs werd dit kunstwerk langs digitale weg 'teruggegeven' aan Nederland en kreeg het zijn plaats terug in de Grote Sint Laurenskerk in Alkmaar. Het originele kunstwerk werd daartoe in Zweden 'gescand', de beschrijving -bestaande uit miljoenen bits- werd via Internet verzonden en doorgegeven aan een enorme printer die het werk in Alkmaar reproduceerde.
Er waren snelle ISDN-telefoonlijnen en een bijbehorende snelle Internet-verbinding nodig om de virtuele teruggave te realiseren. Of je in de vier dagen die de teruggave in beslag nam nog naar Zweden kon e-mailen is niet bekend, maar ik zou het niet vreemd vinden als een dergelijk datatransport Internet enorm zou (over)belasten. Stel je eens voor dat iedereen maar lukraak zeer gedetailleerde kopieën van kunstwerken over Internet zou verzenden. Wereldwijd e-mailen -met voorsprong de meest zinvolle toepassing van Internet, je kan er immers boeven mee vangen- zou dan onmogelijk worden gemaakt. Enorme hoeveelheden data leg je vast op een paar CD-ROM's en die verstuur je gewoon per post, niet via Internet.
Ik houd dan ook mijn hart vast als ik hoor van dergelijke nieuwe toepassingen. Het is prachtig dát het allemaal kan, maar vraag is: waarheen, waarvoor? Want waarheen leiden deze ontwikkelingen? TV via Internet? Daar hebben we toch een prachtig breedbandig kabelnet voor. Het verzenden van elkaar snel opvolgende beelden kost echt te veel ruimte zolang je hier in Nederland nog aan de teruglopende datatransport-snelheid kunt merken dat men in Amerika wakker wordt en van Internet gebruik gaat maken.
Tijd dus voor een bokaal voor de meest zinvolle en de minst 'transportruimte-verslindende' Internet-toepassing. Voor mij komen voorlopig de 'saaie' toepassingen in aanmerking, waarbij toegang wordt verkregen tot grote hoeveelheden tekstuele informatie. Neem bijvoorbeeld de Internationale Reisplanner van de NS. Die kost voorlopig helemaal niets, de informatie kan in principe altijd actueel zijn en de Reisplanner is daarnaast veel completer dande tot Nederland beperkte NS Reisplanner.
Wachten is nu op een complete '06-9292'-dienst op Internet, gratis wel te verstaan, reizen met het openbaar vervoer moet immers worden gestimuleerd. Combineer deze dienst met een reistijden-vergelijker waarin bijvoorbeeld actuele fileverwachtingen worden meegenomen en je slaat twee vliegen in één klap. Deze toepassing draagt beslist niet bij aan de files op de Elektronische Snelweg maar scheelt wellicht een paar auto's op de echte snelweg. Nu maar hopen dat de Telegraaf dit oppikt....
