Een TOP-aanvraag wordt pas gehonoreerd als de beoordelingscommissie het gevoel heeft dat er een 'behoorlijk stuk realiteit' achter het plan zit, vertelt TOP-project-coördinator Dick van Barneveld. 'Het mag geen luchtfietsen zijn. Maar er kunnen nog best probleempunten zijn. Belangrijk is dat je gezamenlijk de valkuilen onderkent.'
Naast het plan is de persoonlijkheid van de aanvragers van belang: 'Starters moeten erg geloven in hun eigen ideeën. Ze moeten monomaan zijn, ondanks tegenwind doorgaan. Het moeten mensen zijn die anderen van het belang kunnen overtuigen met hen in zee te gaan.'
'Vanaf de oprichting van de UT is samenwerking met de industrie van belang geweest', stelt Van Barneveld. 'Vooral met het midden- en kleinbedrijf, want in deze regio zitten niet zoveel multinationals.' In 1984 kregen verschillende universiteiten van het ministerie van Economische Zaken geld voor ondersteuning van starters. De UT besloot hiervan een revolving fonds te stichten. Startende ondernemers kunnen een lening krijgen van maximaal dertigduizend gulden. Zij moeten die in vijf jaar terugbetalen. Hierdoor is de UT twaalf jaar na de start nog steeds in staat jonge ondernemers op weg te helpen.
Volgens Van Barneveld gaat het hierbij veelal om 'spin-offs'. 'Binnen de universiteit maken TOP'ers de vertaalslag van fundamenteel naar toegepast onderzoek. Na dat jaar vestigen ze zich elders. Zo fungeert de regeling als een brug tussen universiteit en samenleving. Als je als universiteit aan een bestand van nieuwe bedrijfjes werkt, kweek je bovendien nieuwe contractpartners.'
Ander gevolg van de regeling is dat hierdoor binnen de universiteit een 'ondernemend klimaat' wordt geschapen. Want de TOP-regeling beperkt zich niet tot een zakje geld. Starters kunnen ook voor een aanstelling als UT-medewerker kiezen. Bovendien kan een vakgroep of dienst huisvesting, laboratorium-faciliteiten en secretariële ondersteuning bieden. Veelal worden TOP'ers ondersteund door een UT-hoogleraar. Afgezien van de expertise die een hoogleraar inbrengt, wekt zijn support vertrouwen bij potentiële klanten.
Via de TOP-begeleidingsgroep kan de startende ondernemer putten uit een interessant netwerk. Als TOP'ers dat willen kunnen zij in contact worden gebracht met een ervaren ondernemer, die als mentor kan fungeren. Wie daaraan behoefte heeft kan bijvoorbeeld een cursus 'Ondernemer Worden' volgen. Leidraad hierbij is het eigen ondernemingsplan.
Onervarenheid met marketing, acquisitie en de administratieve rompslomp behoren volgens Barneveld tot de belangrijkste faalfactoren van TOP'ers, vooral voor technici: 'Zij hebben de neiging om in de techniek te duiken, het product dat ze op de markt willen brengen nog beter te maken. Maar ze moeten óók postzegels plakken.'