Na een minder florissante periode staat de Hogeschool Enschede weer keurig op de Nederlandse onderwijskaart en is volwaardig gesprekspartner, niet alleen voor de UT, maar ook voor gemeente, ministerie en andere hogescholen. Het mammoetinstituut, opgebouwd uit de voormalige hts, heao, sociale academie, textielschool en conservatorium, telt vijfennegentighonderd studenten en achthonderd deel- en voltijdmedewerkers. Diverse nieuwe, weloverwogen opleidingen zien het licht, er is nieuwbouw gepland, gedacht wordt aan een studentenflat op de 'stadscampus' om zo'n driehonderd eerstejaars onderdak te bieden, een fusie met Hogeschool IJsselland in Deventer zal wellicht nog dit jaar zijn beslag krijgen en er wordt volop samengewerkt met de Fachhochschule van Osnabrück.
'Wij doen dus ook aan internationalisering', vertelt Peters, die niet is ontgaan dat de UT zojuist een netwerk heeft opgericht met vijf andere, jonge ondernemende universiteiten in Europa. Samen met Randstad is binnen de HE een arbeidsbureau voor en door studenten opgericht en de Hogeschool beweegt zich met haar Small Business opleiding nadrukkelijk op het gebied van midden- en kleinbedrijf. Ook wordt in toenemende mate toegepast onderzoek gedaan.
De Hogeschool neemt verder deel in het Bedrijfstechnologisch Centrum (BTC, aan de overkant van de UT) en de Overijsselse Ontwikkelingsmaatschappij OOM, en kent nu ook het stelsel van TOP-plaatsen, waarmee pas-afgestudeerden een eigen onderneming kunnen starten. Ook de brede invoering van de mastersopleidingen -de eenjarige studie na de reguliere vier jaar- neemt een hoge vlucht en vergt volgens Peters om afstemming met het universitair onderwijs. Want simpel gezegd, zo'n afgestudeerde lijkt verdacht veel op een academische doctorandus. 'Wij hebben binnen ons instituut een complete heao- en bedrijfskundeopleiding. Dat zijn bachelors op economisch gebied.' Maar allerlei wettelijke en culturele blokkades staan een vlotte samenwerking en afstemming in de weg, weet Peters.
Openhartig
Desondanks bestaat met de UT 'een goede, openhartige verstandhouding', die heeft geleid tot verschillende vormen van samenwerking , zoals met name de wederzijdse doorstroming. Talentvolle hbo-studenten kunnen zonder al te veel problemen instappen in het UT-onderwijs, UT-studenten voor wie het universitair niveau te hoog is gegrepen, kunnen veelal gemakkelijk bij diverse overeenkomstige hbo-studies terecht. 'Die doorstroming is perfect, maar is natuurlijk vooral mogelijk geworden door de landelijke wetgeving. De samenwerking kan nog veel beter. Er is over en weer achterdocht, dat verheelik niet. Het ontbreekt in de universitaire structuur aan kennis van wat er binnen het hbo gebeurt. Daar liggen denk ik de drempels.'
Wat Peters zegt te willen is dat zijn hogeschool niet keer op keer op onderdelen over bepaalde zaken hoeft te onderhandelen. 'We maken gebruik van de Arbodienst van de UT, prima, maar voor samenwerking op het gebied van bibliotheek- of sportvoorzieningen treffen we steeds weer andere autonome diensten aan en dan begint het liedje weer opnieuw. Voor ons is het allemaal niet zo moeilijk, wij zijn veel meer dan het bestuur van de UT, een directie. We kunnen direct zaken doen en dat ontbreekt er bij de tegenpartij nog al eens aan. Ik zou veel meer over en weer docenten willen inzetten. Dat gebeurt nu hooguit ad hoc, vaak op persoonlijke titel. Er is ook geen gezamenlijke structurele visie op onderwijsgebied, ik kan niet inschatten hoe serieus het Onderwijskundig Centrum van de UT ons neemt.'
Een bestuurlijke integratie zou daaraan kunnen meewerken, stelt Peters. 'Twente zou het initiatief kunnen nemen om in dit kader een unieke doorbraak te forceren. De invulling van de universitaire bestuursstructuur zou hier een eigen gezicht kunnen krijgen, tenminste, als universiteit en hogeschool daarvoor durven te kiezen. Wij, als hogeschool, zijn er niet op uit om vast te houden wat we hebben'.
Amerikaans
Peters gaat er eens goed voor zitten, laat verse koffie aanrukken en stelt: 'Het hoger onderwijs in Twente is gebaat bij een Amerikaans model, met een scala aan opleidingen. Van kort hbo tot wetenschappelijk toponderwijs. De UT met haar Twente School of Management, wij met onze small business, alles onder één paraplu. Er is veel te winnen bij het uitgroeien van de UT tot een topinstituut. De ondernemende universiteit heeft een goed profiel, al staat die ondernemendheid in naam wat af van de wetenschappelijke top. Wat zou er mooier zijn dan één grandioos instituut in de lijn Zwolle, Hengelo/Enschede, Osnabrück en Münster, met inbegrip van het ITC, met brede bachelor- en mastersopleidingen, in alle schakeringen van toegepast naar fundamenteel. Met doelmatiger leerwegen en verwijsmogelijkheden om talent te behouden.'
AKI
Maar niet alle neuzen staan in dezelfde richting, beseft Peters. Hij zegt zich te storen aan de AKI, die aansluiting heeft gezocht met de UT en daar ook zijn intrek zal nemen. 'Twee jaar geleden stelde ik al voor dat de AKI zich zou aansluiten bij de Hogeschool Enschede. Dat zou goed zijn geweest voor het financiële draagvlak en de aanwas van dit noodlijdende instituut. Op basis van hun kennis op het gebied van multimedia en design en die van ons op informatica-gebied zou de AKI prima in te bedden zijn.'
Peters beseft dat het allemaal toekomstmuziek is, die misschien pas over een jaar of twintig zijn beslag zal hebben gekregen. De UT, vindt hij, heeft een voortreffelijk imago opgebouwd in de regio. 'Ze is met haar unieke locatie een verworvenheid van de streek. Het is onze universiteit, ja toch? Maar er is, qua onderwijsprogramma's, overlap met het hbo, dat valt niet te ontkennen. Formeel misschien niet, maar in de praktijk wel degelijk. Ik zit in een jury die werkstukken van studenten van beide instellingen moet beoordelen. Verbaal zijn er misschien verschillen, maar in gedegenheid en aanpak zeker niet.'
Realiteit
Peters keert weer terug naar de werkelijkheid van de dag en constateert dat de UT landelijker georiënteerd is dan zijn instituut, dat het vooral van studenten uit de streek moet hebben. Gezien de dalende instroom van met namede UT zou hij dat gegeven willen doorbreken. 'Beide instellingen moeten hun groei op peil houden door middel van niches, dus door hun specialties wijd en zijd te promoten. Zo in de sfeer van: voor computertechniek of lasertechnologie moet je absoluut in Enschede zijn. Wat hem betreft moeten beide instellingen zich ook profileren met het aanbieden van aantrekkelijke woonruimten. Met steun van de gemeente en woningbouwcorporaties. De activiteiten rond het Polaroidpand in de binnenstad, waar sinds kort vier grote UT-studentenverenigingen onderdak hebben gevonden, hebben Peters en zijn twee medebestuurders met aandacht gevolgd. 'Dat is een sterk punt van de UT, waar nieuwe studenten vast en zeker op af komen. Bij ons is het studentenleven nog erg verbrokkeld. Daar moeten we beter in worden'.
![]()