Rappe regelaar van 'n bijzonder gebouw

| Redactie

Van niets naar een multifunctioneel centrum met theater en een heus congrescentrum. Dat is het verhaal van de Vrijhof en daarmee ook het verhaal van Ton van der Woude. Enkele maanden nadat de Vrijhof voor het eerst kon worden betreden, in 1971, kwam hij als technisch medewerker in dienst en afgelopen juni was hij, inmiddels als uitvoerend gebouwbeheerder en adviseur evenementen, 25 jaar aan de UT verbonden. Een kwart eeuw bouwen en regelen, met vooral in de beginperiode lange dagen: 'De eerste jaren hebben we dag en nacht gewerkt om de Vrijhof op de bouwen. Mijn vrouw vroeg zich weleens af waarom ik hier geen bed neerzette.'

De eerste bewoners van de Vrijhof stonden in april 1971 op de stoep. Ze vonden een gebouw met wat kantoortjes en verder lege zalen. De afdeling culturele zaken moest nog worden opgezet. 'We hadden dus niets. Ja, stoelen, maar geen licht of geluid.' Aanvankelijk waren de ruimten in de Vrijhof alleen bestemd voor de studentenverenigingen. Het programma zou tot het inmiddels ingeburgerde Broodje Cultuur beperkt blijven. 'Maar al snel kwamen er via een Amsterdams theater ook buitenlandse groepen die in Nederland op toernee waren. Ook werden er incidentele activiteiten georganiseerd. Er kwamen er popgroepen, waaronder Focus, en een piepjonge Herman van Veen stond bij ons op de planken. Intussen kwam ook de theatersport op.'

Spotjes

Technische faciliteiten had de Vrijhof amper in die tijd. De techniek werd ingehuurd bij het Overijssels Centrum voor Amateurtoneel. Maar het theater vroeg om techniek, waaronder een bedieningskast met licht en geluid. Die kwam er. Zestien spotjes maar liefst en twintig bedieningskringen met dimmers. Nu zijn het er respectievelijk negentig en bijna honderd.

Over die beginperiode zegt Van der Woude: 'Het neigt misschien een beetje naar nostalgie, maar toch kijk ik met het meeste plezier naar die tijd terug. Met hulp van een werkstudent heb ik het zaakje opgebouwd. Van het kopen van de installatie tot het aanbrengen van de verduistering. Alles kon. Als er om elf uur 's avonds een student opbelde, omdat hij een feestje wilde geven op het Vrijhofplein, dan kwam ik. Van beide kanten werd er niet op uren gekeken. Het was pionierswerk. Dat is duidelijk veranderd. Voorheen liepen de studenten hier acht of negen jaar rond en wilden tussendoor vreselijk leuke dingen meemaken. Tegenwoordig is daar geen tijd meer voor en zijn ze een stuk berekenender.'

Eerste baas

Behalve het pionieren maakte ook de eerste baas van Van der Woude, de Hongaar Sandor Jóo de beginjaren tot een onvergetelijke tijd: 'Hij was een uitstekende baas. Hij gaf je een opdracht en liet de uitvoering aan je over. Geen hinderlijk meekijken over je schouder. Alleen als het niet goed ging, greep hij in en gaf commentaar.' Joo vertrok daarna naar Nijmegen waar hij directeur werd van De Vereniging.

Loodgieter

Van der Woude heeft het theatervak op de UT leren kennen. 'Cultuur en theater waren me vreemd tot ik hier kwam werken. Van huis uit ben ik loodgieter en in die functie was ik ook al aan de UT verbonden. Ik werkte als onderhoudsmonteur bij het toenmalige Nieuwbouw en Onderhoud, de voorloper van het Facilitair Bedrijf. Dat werk bevredigde me echter niet, simpelweg omdat ik niet genoeg te doen had. Ik was op een gegeven moment onder behandeling van een hartspecialist, omdat ik na een klein stukje fietsen helemaal kapot was. Niet te geloven. Achtentwintig jaar. Maar er was niets aan de hand, behalve dat het werk te rustig was en ik onvoldoende met mijn hoofd kon werken. Via een interne sollicitatie ben ik aan mijn nieuwe baan gekomen. En warempel, met werkweken van zestig uur of meer ben ik daarna amper ziek meer geweest. Ik voelde me kiplekker. Als ik nu opnieuw een beroep moest kiezen, zou ik zeker weer het theater ingaan.'

Een technisch medewerker in een theater moet volgens Van der Woude niet alleen beschikken over technisch inzicht in het algemeen, hij moet ook gevoel voor theater hebben: 'Je moet het in je vingers hebben. Als ik met iemand samenwerkte tijdens een voorstelling, dan deed ik altijd het licht. Gewoon omdat ik er goed in was. Dat praktische werk mis ik tegenwoordig af en toe wel. Maar ik wil met mijn 52 jaar toch echt niet terug. Dat is de andere kant. Daarbij komt, techniek moet je bijhouden. We hebben tegenwoordig computers en daar ga ik minder gemakkelijk mee om dan met de apparatuur van voorheen.'

Commercie

Het plezierigste aan het werk heeft Van der Woude altijd de afwisseling, het contact met de studenten en 'de veelzijdigheid in mensen en werk' gevonden. Hij is de vraagbaak voor de Vrijhof. Wil je met je vereniging of club een activiteit ontplooien en ben je op zoek naar ruimte, dan is Van der Woude de aangewezen persoon. 'Sinds we een aantal jaren geleden commercieel moesten gaan draaien, onder andere met congressen, hebben we ook 'echte' klanten. Dat vergt meer aandacht en commercieel denken. Ik heb me nooit ambtenaar gevoeld. Wij zijn in de Vrijhof steeds dienstverlenend bezig geweest. We werken nu commercieel werken, maar in het verleden waren we ook al klantgericht.'

Wat evenmin is veranderd, is dat in de Vrijhof alles moet kunnen. 'Zoals we vroeger met beperkte middelen een prachtig theater hebben opgebouwd, zo zullen we nu ook nooit 'nee' verkopen. Hoe, dat hoeft de klant niet te weten, maar klaarspelen zullen we 't. En als we iets niet in huis hebben huren we het in.'

Schouders

Van der Woude wordt niet gekweld door het gegeven dat de Vrijhof een deel van het geld zelf moet verdienen. 'Tegenwoordig is het noodzaak geld binnen te halen om de faciliteiten in stand te houden. Dat vind ik prima. Ik heb het liever druk, dan dat ik 's morgens moet bedenken hoe ik mijn dag door moet komen. De financiële druk, de gedachte dat er geld moet binnenkomen, ligt niet als een last op mijn schouders. Maar dat komt waarschijnlijk ook omdat ik niet het hoofd van de afdeling ben. Ik ben en blijf de regelaar en houd me bezig met uitvoering.'

Twee keer had Van der Woude de kans om weg te gaan van de UT, maar beide keren vond hij de universiteit te leuk. 'In de beginperiode had ik het gewoon te veel naar mijn zin. Later ging de leeftijd ook een rol spelen. En nu? Ach, de kinderen zijn inmiddels de deur uit. Moet ik me in deze fase van mijn leven nou werkelijk nog ergens anders gaan bewijzen?'

De verbouwde en vernieuwde Vrijhof vindt Van der Woude de kroon op 25 jaar werken. 'Hoewel de verbouwing ook gewoon heel nodig was. Na een kwart eeuw was het gebouw aan verbetering toe. Ik ben blij dat het zover gekomen is. Nu kunnen we de Agora optimaal gebruiken en hebben we eindelijk een theatercafé. De Vrijhof is veel functioneler geworden. We kunnen nu drie congressen tegelijkertijd aan. Vroeger was dat er maar één, omdat we de deelnemers niet konden onderbrengen.' Dat de verbouwing voor de bewoners geen pretje is geweest, geeft Van der Woude grif toe: 'Achteraf gezien hadden de bewonersweggemoeten. Het karwei was toch drastischer dan ik had ingeschat.' De verbouwing heeft hem echter niet aangegrepen. 'Daar ben ik te nuchter voor. Klachten en frustraties laat ik gemakkelijk over me heenkomen.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.