Dit heeft drie oorzaken. In de eerste plaats bevordert het intellect de flexibiliteit van de moraal. Voor de gewone man geldt: als iets niet mag, dan mag het niet. De intellectuele bovenlaag blijkt echter telkens weer in staat een ideologie te verzinnen volgens welke het dan toch mag ja, volgens welke het zelfs als een bijzondere daad gezien moet worden. De Unabomber was professor in de wiskunde. Rara heeft een kern van HBO's. Bezettingen en krakersrellen vinden steevast in studentensteden plaats. En ook de term proletarisch winkelen is typisch een verzinsel van een beursstudent.
Een tweede voordeel van hoger opgeleiden in de misdaad is dat zij over de juiste capaciteiten beschikken. Ik woon dus in zo'n arbeiderswijk. Werkelijk geen van mijn buren is in staat om met gebruik van sleutel de eigen auto van het slot te krijgen zonder dat het alarm afgaat. Denk niet dat zulk plebs ooit zonder sleutel ongemerkt met de auto van iemand anders aan de haal kan gaan! Voor de techneut is dat echter een koud kunstje.
Nauw verband met de juiste capaciteiten houdt de moeilijke opspoorbaarheid. Onderzoekers die beweren dat de meeste criminelen uit de sociale onderklasse komen baseren deze conclusie altijd op opgeloste misdaden. (Vorige week mocht er op deze pagina nog eentje zijn verhaal doen.) In zulke cijfers komen de hoger opgeleiden inderdaad niet voor. Alleen de sukkels worden opgepakt. De slimmerds kunnen ongestoord hun gang gaan. Ik herinner maar weer aan Rara en de Unabomber.
Afgelopen dinsdag heeft de koningin ongetwijfeld weer betoogd dat gedegen onderwijs voor onze samenleving van essentieel belang is. Met de cijfers van Utrecht in de hand valt dat moeilijk te onderbouwen. Misschien kunnen we de sociale onderklasse maar beter gewoon dom houden. Dat voorkomt wellicht Belgische toestanden. De arbeiderszoon Alain van der Biest gold na zijn studie als de intellectueel van de Waalse socialisten. Een ministerschap en vele borrels later lijkt dat intellect te zijn uitgegroeid tot het brein achter een moord.