Sinds 1990 halveerde het aantal eerstejaars aan 'klassieke' informatica-opleidingen bijna. Het visitatierapport lezend ontstaat de indruk dat de commissie deze zorgelijke omstandigheid al schrijvend heeft laten meewegen. Informatica kan negatieve publiciteit nu niet gebruiken. Al te grote verschillen tussen beoordelingen werken bovendien een ongewenste polarisatie in de hand, juist nu samenwerking nodig is. Alle opleidingen zijn dus in het algemeen 'goed' tot 'zeer goed' en allemaal krijgen ze een waslijst met aanbevelingen of aanbevelinkjes mee.
De UT is met 'slechts' vijftien aanbevelingen een van de drie opleidingen die het best wegkomt. 'Maar', zegt Van der Hoeven, 'sommige zijn te flauw voor woorden, andere zijn punten van discussie en met de volgende kun je niks.' De commissie heeft haar werk volgens hem wel goed gedaan, maar had de conclusies iets minder genuanceerd moeten verpakken. 'In de wandelgangen hebben we signalen gekregen dat de commissie erg te spreken was over onze opleiding. Wij hadden het leuker gevonden als die positieve aspecten wat beter vindbaar waren geweest.'
Aansluiting
Dat de aansluiting met het beroepenveld beter kan beaamt hij. Maar dat het UT-programma slechts in beperkte mate het onafhankelijk en kritisch denken en het zelfstandig leren van studenten bevordert, wil er niet echt in. Desgevraagd expliciteerde de commissie deze aanbevelingen door te stellen dat studenten ten minste één keer tijdens hun studie een vak in de vorm van een 'seminarium' moeten volgen. Dit houdt in dat zij zelfstandig een presentatie over bepaalde literatuur houden. 'Wij denken dat iedereen op enig moment tijdens de studie zelfstandig literatuuronderzoek doet. Het is een punt waar we weinig mee kunnen.'
Ook de constateringen dat samenwerken onvoldoende aan bod komt en niet multidisciplinair is gericht vindt Van der Hoeven dubieus. 'De commissie vindt dat studenten pas echt leren samenwerken in groepen van vijftien man. Dat vinden wij erg veel.'
'Multidisciplinair onderwijs is voor de hele UT van belang. Daar zijn we het mee eens. Maar de mensen die dat willen en zoeken kunnen multidisciplinair bezig zijn. We stellen het nog niet verplicht, waarschijnlijk moeten we wel meer die kant op. Aan de mondelinge uitdrukkingsvaardigheden en de sociale vaardigheden kunnen we nog wel wat doen. Bij het projectwerk zouden we dat meer moeten beoordelen.'
Bereidheid
Kritiek op de interne samenhang is hij bereid tegemoet te komen. 'Het is een punt dat al een poosje intern speelt. Voor de curriculumherziening in 1992 was dat een van de leidende punten. Wij hebben zelf de indruk dat al het nodige is gebeurd. De visitatiecommissie heeft helaas geen afgestudeerden gesproken die het herziene curriculum hebben gevolgd. Maar gedeeltelijk zijn we het er mee eens. We hebben vorig jaar uit de Centrale Stimuleringook middelen toegewezen gekregen om op dat punt extra initiatieven te ontplooien.'
Over het nieuwe, vijfjarige curriculum is nog niet zoveel te zeggen. Het eerste jaar is nauwelijks veranderd ten opzichte van het vierjarige programma.
De visitatiecommissie constateerde verder dat binnen informatica een wildgroei aan opleidingsvarianten is ontstaan. Bedrijfsgerichte Informatica, Bedrijfsinformatiesystemen en BedrijfsInformatieTechnologie (BIT): potentiële studenten en werkgevers zien door de bomen het bos niet meer. Saneren, luidde daarom het advies. De opleidingsvarianten zouden als afstudeerrichtingen kunnen blijven bestaan. Bovendien constateerde de opleidingscommissie dat er geen helder en eenduidig onderscheid bestaat tussen de ir- en de drs-opleidingen. Er moet dus een opleiding met een duidelijk technisch profiel komen.
Saneren
De Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) wil informatica saneren tot drie opleidingen. Van der Hoeven: 'Voor de technische universiteiten is dat oké. Maar de algemene universiteiten houden een grote lobby hier meer in te nuanceren. Die discussie is nog niet afgesloten.'
Ook de UT zou haar opleiding BIT graag behouden. Of dat gaat lukken lijkt twijfelachtig. Van der Hoeven, diplomatiek: 'Medestanders voor het idee dat BIT zo uniek is dat het een eigen label verdient, zijn buiten deze universiteit niet gemakkelijk te vinden.'
Twente, Delft en Eindhoven hebben samen met de Open Universiteit sinds een jaar een samenwerkingsverband. Zo kunnen UT-studenten via Internet een vak in Eindhoven volgen. 'Er lijkt dus heel wat mogelijk als het gaat om het vinden van een eigen gezicht. Maar de bottom-line is dat iedereen van de instroom een zo groot mogelijk marktaandeel wil.'