Nieuwsgaring is een ingewikkeld proces waarbij de journalist de werkelijkheid moet reconstrueren door informatie uit bronnen te combineren. Dat daarbij kan wel eens iets mis kan gaan, behoort tot het risico van het vak. Het artikel over de herorganisatie van het OCTO dat in nummer 18 van 6 juni j.l. van dit blad verscheen, kleunt echter wel erg mis. Anders dan het bericht stelt, draait het OCTO op dit moment niet met verliezen en is er niet te laat aan de bel getrokken. Hierbij een kleine reconstructie van wat er werkelijk is gebeurd.
Bij de voorbereiding voor de begrotingsvergadering van het OCTO-bestuur op 28 november vorig jaar, werd duidelijk dat de opdrachten aan het OCTO een conjuncturele teruggang dreigden te vertonen. Bovendien was al enige tijd bekend dat de SVO, lange tijd de enige subsidiegever van het OCTO, dat zelfs op wens van deze instantie in het leven werd geroepen, opgeheven zal worden onder gelijktijdige overheveling van een deel van het budget naar NWO. Het OCTO-bestuur besluit om een, ten opzichte van de vorige jaren, gedecimeerde begroting vast te stellen en aan de tijdelijke personeelsleden moet helaas meegedeeld worden dat hun contracten niet verlengd kunnen worden. Voor het vaste personeel is er in 1996 nog gewoon werk met een sluitende begroting. De faculteitsraad stelt deze begroting in de vergadering van februari ongewijzigd vast.
Op dat moment wordt ook duidelijk dat het onderwijsonderzoek bij NWO voor een belangrijk deel uit aio-financiering zal gaan bestaan en het OCTO het veel kleinere NWO-budget tot overmaat van ramp niet alleen met de andere oude SVO-instituten maar ook met de vakgroepen in het land zal moeten gaan delen. Uitwijken naar andere markten ligt voor de hand, maar dat zullen de andere instituten ook gaan doen. Omdat er derhalve vanaf 1997 een structurele teruggang in inkomsten verwacht kan worden en herorganisatieprocedures lang lopen, besluit de faculteit in april om zo'n procedure in te zetten.
Langer wachten zou in 1997 daadwerkelijk verliezen veroorzaken en het beroep op wachtgelden te groot maken. Niets geen verliezen in dit jaar dus, en niets geen te laat aan de bel trekken. Er werd juist tijdig bijgestuurd om verliezen in de toekomst te voorkomen. Via welke bron komt de journalist dan aan zijn opsomming van projecten die in de rode cijfers zouden staan? Dat is eenvoudig: in plaats van de begroting te nemen, citeert hij uit het interne financiële overzicht over het eerste kwartaal van dit jaar. Opdrachtgevers betalen in de regel echter achteraf. SVO deed dit in het verleden soms zelfs 1-2 jaar na afloop van het project. Omdat de uitgaven vaak op de inkomsten vooruitlopen, staan projecten in het begin op de kwartaalrekeningen vaak in de rode cijfers. Raadpleging van de juiste bronnen zou geleerd hebben dat er voor alle projecten financiële dekking is. Degene die de journalist het kwartaaloverzicht heeft toegespeeld, begrijpt dus niet veel van boekhouden. Daardoor heeft hij niet alleen de reputatie van het OCTO geschaad, maar ook zichzelf.
J.M. Pieters
decaan faculteit TO
W.J. van der Linden,
voorzitter bestuur OCTO
Naschrift redactie
Nergens in ons artikel staat dat het OCTO op dit moment met verliezen draait of dat er te laat aan de bel is getrokken. Het verschil tussen verliezen enbegrotingstekorten is de redactie zeer wel duidelijk. Het stuk stelt dan ook expliciet dat de financiële problemen van het OCTO - en die zijn er natuurlijk wel degelijk, anders zou men geen reorganisatie en personeelsinkrimping initiëren - met name bestaan uit gerealiseerde en geraamde saldotekorten over de jaren 1995, 1996 en verder.
De brief gaat met name in op onze parafrasering van de opvatting binnen de Dienstcommissie TO - niet van onszelf - dat de 'grootste verliesposten', en hier waren aanhalingstekens op zijn plaats geweest, dat is waar, vier ongedekte projecten zijn in verband waarmee in het laatste interne kwartaaloverzicht nog posten open staan van circa 700 duizend gulden.
Wij vonden deze visie op de OCTO-financiën relevant, omdat voor de genoemde projecten geen of onvolledige dekking via externe opdrachtgevers bestaat, en de openstaande posten derhalve op het OCTO zelf drukken, zoals ook twee weken geleden in de faculteitsraad TO werd opgemerkt - met het verzoek aan het faculteitsbestuur om verdere financiële opening van zaken.
Behalve de DC zelf hebben we ook OCTO-bestuursvoorzitter Van der Linden en faculteitsdirecteur en OCTO-secretaris Bosker om commentaar gevraagd (OCTO-directeur Scheerens was niet beschikbaar). Van der Linden en Bosker plaatsen in onze opvatting in hun in het artikel geciteerde opmerkingen de door de DC gehanteerde cijfers in perspectief. Zoals Bosker zegt: 'De verliezen zijn er, maar er zit wel een verhaal achter.'
Waarom men nu zo'n ophef maakt is ons een raadsel. Bosker heeft het stuk vooraf gelezen en gefiatteerd. Intussen blijven wij, met de faculteitsraad, benieuwd naar de complete cijfers. Die worden in het licht van de voorgenomen reorganisatie en de dreigende ontslagen steeds interessanter.
