Kennen jullie Sharon nog? Zij heeft een paar maanden tussen jullie in de collegebanken gezeten. En ze heeft zich rot geërgerd. Aan jullie ja, aan de eerstejaars studenten Bestuurskunde. Aan het beschamende niveau van jullie wiskundekennis. De docent hoeft maar een eenvoudig somreeksje op het bord te zetten, of even in te gaan op het verschil tussen een voorwaardelijke en een onvoorwaardelijke verdeling, of jullie informeren allemaal angstvallig om je heen of je niet per ongeluk toch bij een bèta-studie bent terechtgekomen. Sharon kon er niet meer tegen. Zij verruilde de collegebank voor een kamerzetel en van daaraf fluisterde ze haar partijgenoot Netelenbos in dat het nu maar eens afgelopen moet zijn met de pretpakketten. Wie een wetenschappelijke studie wil doen heeft wiskunde nodig. Veel wiskunde.
Sharon heeft gelijk. Wie meent dat de kunsthistoricus geen wiskunde nodig heeft, die heeft 'Gödel, Escher, Bach' nog niet gelezen. En zoals het voor de wiskundige van evident belang is dat hij kan lezen en schrijven, zo is het voor de theoloog van belang dat hij thuis is in de wiskunde. Als was het alleen maar om de reformatorische predikant in staat te stellen zijn gemeente te waarschuwen voor het piramidespel, in plaats van dat hij daar zelf vol vertrouwen aan meedoet.
Tegenstanders beweren dat slechts 35 procent van de scholieren die een alfaprofiel zou kiezen de voorgestelde hoeveelheid wiskunde ook daadwerkelijk nodig heeft voor zijn vervolgstudie. Ze vergeten echter dat diezelfde vervolgstudies de afgelopen jaren het beroep op de wiskundekennis van hun studenten gestaag hebben moeten verminderen. Genoodzaakt door de studeerbaarheidseisen. In de Nederlandse onderwijssituatie passen de eisen van de vervolgopleidingen zich aan aan het niveau van de instroom. Dus als het niveau van de vwo-opleiding zich ook aanpast aan de eisen van de universiteit gaan beide hand in hand bergafwaarts. Iémand moet de eerste stap omhoog doen.
In de wetenschap gaat het om het onderscheiden van structuren, om het formuleren van stellingen en die deugdelijk onderbouwen, om logica. Dit alles leer je in de wiskunde. Ofwel, wie faalt in de wiskunde is ongeschikt voor welke wetenschap dan ook.