Het Twentse telematica-initiatief lijkt definitief in de prijzen te gaan vallen. Wel moet bij dit initiatief - gecentreerd rond het Telematica Research Centrum, en met een sterke betrokkenheid van de UT - snel duidelijk worden wie het er voor het zeggen heeft.
Minister Wijers had volgens eerdere plannen dit voorjaar al linten moeten doorknippen bij enkele van 'zijn' technologische top-instituten. Maar ondanks de 55 miljoen die hij per jaar voor deze TTI's wil uittrekken, kost het veel tijd en moeite om universiteiten, bedrijven en instellingen als TNO tot samenwerking in fundamenteel onderzoek te krijgen.
Afgelopen maand moesten drie 'wijze mannen' een definitieve selectie maken uit zes overgebleven initiatieven. Uit hun rapport blijkt dat geen van de plannen al volledig aan de eisen voldoet. De bevoegdheid over geld en personeel moeten vaak beter geregeld, en de financiële toezeggingen van het bedrijfsleven vallen nog tegen. De eis is dat de industrie minstens de helft bijdraagt aan het kernbudget van een TTI.
De enige definitieve beslissing die Wijers deze week kon nemen, was dat er weer twee kandidaten afvallen. Een plan voor onderzoek naar logistiek en transport bleek nog steeds versnipperd en onrijp. Hetzelfde gold voor duurzame energie. Bij dit laatste initiatief van Stork was de universitaire betrokkenheid, ook na eerdere kritiek, nog helemaal niet uitgewerkt.
De vier overgebleven kandidaten krijgen tot 1 april om alsnog aan de resterende eisen te voldoen. Bij het beoogde Twentse telematica-instituut dienen de financiële garanties van bedrijven - onder meer IBM Nederland, KPN Research, ING Groep en Océ Nederland - slechts een tikje te worden verhoogd: een miljoen per jaar op een totale begroting van 21,7 miljoen in 2000. Maar enkele betrokken onderzoeksinstituten (vooral NWO en TNO) hebben hun bevoegdheden niet goed overgedragen. Bovendien heeft de wetenschappelijk directeur nog te weinig macht, en moet de internationale profilering van het instituut beter worden uitgewerkt.
Aan het polymeren-instituut moeten chemiegiganten als DSM en Shell meer meebetalen. Tot nu toe garanderen ze op een totaalbudget van 27 miljoen gulden slechts een bijdrage van 1,3 miljoen per jaar. Dat moet minstens vijf miljoen worden. Tegelijkertijd hebben de betrokken onderzoeksscholen en chemische en technische faculteiten nog geen overdracht van bevoegdheden getekend (het betreft vooral TUE, UT, TUD, RUG en UvA).
Het Wageningse instituut voor voedselwetenschap hoeft aan minder zware extra eisen te voldoen. De betrokken onderzoeksinstituten moeten hun gegarandeerde inbreng verhogen van vier naar zes miljoen gulden, en ook hier moet de overdracht van bevoegdheden nog beter geregeld worden.
Alleen bij het metalen-initiatief is de kwestie van de bevoegdheden al perfect geregeld in een 'partneragreement' met TNO en de vier betrokken universiteiten. Dit instituut hoeft alleen nog voor een miljoen gulden per jaar extra garanties bij de industrie op te halen om te kunnen starten.
In april hoopt minister Wijers alsnog een beslissing te nemen over de subsidiëring van drie of vier technologische top-instituten. Als het meezit kan hij dan voor de jaarwisseling nog ergens een lint doorknippen.