'Je moet je tanden erin kunnen zetten'

| Redactie

In zijn tas draagt Sirp de Boer van de Vakgroep Ontwikkelingskunde (VOK) meestal een aantal foldertjes mee waarin de vakgroep UT-studenten aanprijst als 'international consultant trainee'. Hij deelt ze bijvoorbeeld uit aan managers van bedrijven die hij tijdens toevallige ontmoetingen in het vliegtuig tegenkomt. Echt scheutig is hij niet met overhandigen. Dat gebeurt pas wanneer hij ervan overtuigd is dat de UT èn het bedrijf allebei rendement kunnen hebben van een 'afstudeeropdracht op niveau'. Het afgelopen jaar zijn er vooral veel foldertjes naar Chinese managers gegaan.

China is in, China is interessant. Met bijna 1,2 miljard inwoners is het voor het westen een bijna oneindige afzetmarkt. Omgekeerd wil China zelf ontwikkelen en daar heeft het moderne techniek voor nodig. De internationalisering richting Azië is dus in volle gang. Rector Frans van Vught hoopt op termijn op duizend Chinese studenten en de gemeente Hengelo wil van Kaifeng een partnerstad maken. Het eerste is nog een voornemen. Het tweede heeft al meer voeten in de aarde en de UT en de gemeente Hengelo werken hierbij samen.

'Op het ogenblik zitten er twee afstudeerders in Kaifeng, die aan Chinese bedrijven vragen wat ze willen. Zij doen voor de gemeente het eigenlijke onderzoek', vertelt De Boer. 'Los daarvan gaan er al langere tijd studenten voor afstudeeropdrachten naar bedrijven in China. Twaalf staan er inmiddels weer klaar. Het doel van de UT is in dit geval afstudeerders internationale ervaring op te laten doen. Met zestig is dat het afgelopen jaar al gelukt.'

Chocoladereep

De Boer voelt niet veel voor het sturen van stagiairs. Hij biedt afstudeerders die op het niveau van aspirant/junior consultant kunnen werken. 'Je moet je tanden erin kunnen zetten. Een stage draait om werkervaring en je handen laten wapperen. Bij afstuderen gaat het ook om het opzetten van onderzoeksmodellen, zorgen dat je de juiste gereedschappen tot je beschikking hebt. De studenten moeten op tijd weten waar ze het over gaan hebben. Ze gaan terdege voorbereid weg en dat is bij een stage vaak niet het geval. Niveau wil zeggen dat je met de schaarse middelen die er zijn, je acties op een wetenschappelijke manier aan de afstudeercommissie kunt verantwoorden. Dan is de kans veel groter om tot resultaten te komen die echt hout snijden.'

Voordat de afstudeerders naar China vertrekken krijgen ze een korte cursus waarin ze kennismaken met de Chinese taal en cultuur. Eenmaal in China aangekomen zullen ze voornamelijk in het Engels en met behulp van hun handen en voeten en de 'Lonely Planet' communiceren. 'Studenten moeten zeer inventief zijn. Zo is er het verhaal van de jongens die een chocoladefabriek wilden bezoeken. Ze kochten een reep chocolade en hebben de wikkel aan een taxichauffeur laten zien', verhaalt De Boer. 'Het is ze nog gelukt ook en zo moet het ook. Zorg dat je je informatie krijgt, al is het met bochten en listen.'

Delegatie

Onlangs vergezelde De Boer een delegatie van de gemeente en de Kamer van Koophandel naar Kaifeng. Gerard Jilleba, voorlichter gemeente Hengelo, legtuit: 'Wij nodigen vaak voor Nederland belangrijke ambassadeurs uit om naar Hengelo te komen. Zo ook de Chinese vertegenwoordiger Wu. Hij was zeer enthousiast over de industriële structuur van Twente vanwege de metaal- en textielindustrie. Hij dacht dat Twente en China best iets voor elkaar konden betekenen. We zijn dus op zoek gegaan naar een vergelijkbare stad in China. We kwamen uit bij Kaifeng en de regio daaromheen, waar de nadruk ligt op metaal. De Chinese overheid is van mening dat wanneer je op korte termijn tot succes wil komen in China, overheid en bedrijfsleven samen moeten optrekken. De gemeente Hengelo wil voor de Twentse bedrijven als brug fungeren.'

Eerder bezocht een gezelschap uit Kaifeng Hengelo. Met het tegenbezoek maakten de Nederlanders een zeer goede indruk: 'Als gemeente kunnen we niet meer doen dan goede wil kweken. Trachten de deuren voor het bedrijfsleven te openen. Daarna is onze rol uitgespeeld. Nu is het aan de Twentse bedrijven. Wanneer zou blijken dat ze niet willen, is het snel afgelopen,' aldus de voorlichter.

Daar ziet het echter vooralsnog niet naar uit. De twee UT-studenten zijn bedolven onder aanvragen om informatie door de bedrijven. 'Twentse bedrijven krijgen op deze manier toegang tot de Chinese markt. Zo is er een Twentse kleppenfabriek, die in zaken gaat met een dergelijke fabriek in Kaifeng. De Nederlandse onderneming biedt de moderne technologie en krijgt er in ruil een afzetmarkt voor terug.'

Mensenrechten

Voor ouderwets kolonialisme is in dit verhaal geen plaats. 'Daar krijgen we in China de kans niet voor. Ze zijn erg kritisch op wat ze hun land binnenhalen. Philips mag alleen met de modernste technologie komen. Dat kan China zich ook permitteren, omdat het Nederlandse bedrijfsleven weet dat wanneer het China links laat liggen, het zich niet goed kan ontwikkelen. Zo heeft de Makro er recentelijk een aantal vestigingen geopend', zegt De Boer. 'Het is voor mij heel duidelijk. Ik wil plaatsen voor afstudeerders en zij willen kennis. Dat leidt tot ontwikkeling aan beide kanten. Wij willen graag samenwerken, maar het hoeft niet. We dringen niets op en vragen geen gunsten.'

Rutger Fortuin, die vorig jaar vijf maanden in Nanjing onderzoek deed bij Hua Fei, een joint venture van Philips, sluit zich hierbij aan: 'Ik heb wel het idee dat de samenwerking voor beide kanten voordelig is. De Chinezen willen ook allemaal een televisie hebben en dure cognac drinken. Ze lijken er echt behoefte aan te hebben westerse zaken te bezitten. Ze willen groeien en zijn trots op de productie van de fabriek waar ze werken.'

Strafkampen

Van politiek houdt De Boer zich eveneens verre. 'We houden het zakelijk.' Filosofische verhandelingen over wat te doen wanneer blijkt dat de fabriek waarbij de afstudeerders onderzoek doen, werkt met producten die afkomstig zijn uit strafkampen, houdt De Boer niet met zijn studenten.

'Theoretisch is het natuurlijk mogelijk om dat te doen. Maar het zou geen reden zijn de afstudeerders daarom terug te trekken. Daar zijn die afstudeerders niet bij gebaat en het maakt zeker geen indruk bij het strafkamp. Misschien zouden we de fabriek kunnen helpen een andere leverancier te vinden, maar daar moet je ook voorzichtig mee zijn', vindt De Boer.

'Mijn leidraad is het verhaal van Harry Wu, die vorig jaar een zeer indrukwekkende lezing gaf aan de UT. In tegenstelling tot wat je zou verwachten riep hij niet op tot een boycot ten behoeve van de mensenrechten. Hij ziet meer in vrienden worden. Hoe meer druk je op het systeem uitoefent, des te meer zet het zich schrap. We moeten in Nederland vreselijk bescheiden zijn. Het is te gemakkelijk om met het domineesvingertje te zwaaien.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.