Positief
Eenzelfde verhaal is te houden over de internetaansluiting voor studenten. In Utrecht is het universitaire centrum voor informatievoorziening de laatste maanden driftig bezig geweest een aantal studentenflats op het wereldwijde net aan te sluiten. Iedere tien nieuwe connecties zijn voldoende voor weer een jubelartikel in de universiteitskrant. In dit geval echter helemaal geen melding van de netwerkmogelijkheden voor studenten in Twente, die collectief reeds vier jaar voor een luttel bedrag mogen internetten.
Hoe komt het toch dat de positieve kanten van de UT amper in de belangstelling staan? Dat het te vaak alleen maar gaat over de drastisch teruggelopen studentenaantallen, de periferiegedachte of de onzinnige opmerking 'dat Twente zo ver weg is'.
Koorts
De koorts is gezakt en het gevaar geweken. We kunnen weer gewoon aan het werk, zonder 's avonds met licht trillende handen de televisie aan te zetten in de hoop de voorzitter (in tijden van kou en vriesweer zoals gebruikelijk gepromoveerd tot halfgod) 'de tocht gaat door' te horen zeggen. Zelfs de crisis is zonder noemenswaardige incidenten verlopen. De man met het zwakke hart had ook zonder de tocht der tochten waarschijnlijk binnenkort het tijdige voor het eeuwige verwisseld.
'Tweedes word'n is machtig boal'n' sprak Erik Hulzebosch na afloop van de tocht. Hij toonde zich een slecht verliezer. Dit in tegenstelling tot winnaar Henk Angenent, die, geheel in het kader van de Nederlandse nuchterheid, verkondigde 'dat hij blij zou zijn wanneer hij komende zomer weer rustig tussen zijn spruitjes op het veld kan lopen'.
UT-collegevoorzitter Ben Veltman kon natuurlijk in zijn nieuwjaarstoespraak niet om de Elfstedentocht heen. Terecht merkte hij op dat Overijssel met de traditie brak en dit jaar niet de winnaar leverde. Hoewel het natuurlijk maar de vraag is of je daar in dit geval echt rouwig om moet zijn. Liever spruitjeskoning Angenent dan superboer Hulzebosch, die in zijn poging om gewoon te doen verworden is tot een karikatuur van de Overijsselse boer. Onaardig, onbehouwen, onsympathiek en ronduit onbenullig. Zo'n ambassadeur wenst geen provincie zich.