Een beproefd recept om studenten te laten voelen 'waarvoor zij het ook al weer allemaal doen', is het vakantiebaantje op de groenteveiling. Drie zure weken zeulen met tomatenkisten levert een leerpunt uit het negatieve: 'wil mij dit straks bespaard blijven, dan moet ik zo snel mogelijk afstuderen.' Wat ze later wèl gaan doen, blijft voor de meesten evenwel een vraag.
Dat geldt niet voor techniekstudenten. Bèta's hoeven zich over 'later' lang niet zoveel zorgen te maken als collega's uit de alfa- en gammahoek. De toekomst is technici niet alleen gunstig gezind, maar komt ze dat bovendien persoonlijk vertellen - tijdens de Bedrijvendagen bijvoorbeeld. Van Shell tot Heineken, van Akzo tot de Koninklijke Marine, ieder jaar staan ze weer op de campus.
En de student wil best langskomen. Het gaat immers om zijn eigen kostje, en hij hoeft er alleen voor naar het collegezalencomplex te fietsen. En zeg nu zelf, bij welke andere gelegenheid strijden 68 topbedrijven om zijn exclusieve aandacht? Toch valt de drukte tijdens de eerste dag ogenschijnlijk tegen. Rond twaalven - volgens dagcommissaris Jaco Brons de beste tijd van de dag - vormen de standmedewerkers nog steeds een bescheiden meerderheid onder de aanwezigen.
Groepjes studenten schuifelen langs de kraampjes die staan opgesteld in de ruime kantine en langs de opgang naar de collegezalen. Zo nu en dan knoopt iemand een gesprek aan, folders verdwijnen in rugzakken en plastic tasjes. Veel standhouders kijken werkeloos toe. Ze drinken koffie, eten van het krentenbrood dat vriendelijke studentes rondbrengen.
De collegezalen zitten intussen aardig vol. De hele dag lang steken medewerkers van de aanwezige bedrijven pr-verhalen af. Wat doen wij, en waarom hebben we jou daarbij nodig? In CC 3 luisteren dertig studenten naar het verhaal van een meneer van DAF Trucs. De man koppelt Eindhovense gemoedelijkheid - 'op de fabrieksvloer komen ze elkaar dagelijks tegen, de directeur en de man aan de machine' - aan de Amerikaanse manier van een praatje houden. 'DAF-medewerkers hebben elke morgen opnieuw een probleem dat 's avonds verholpen moet zijn', zegt hij tegen de zaal. 'Vandaag moet het beter dan gisteren.'
Tegenover CC 3 heeft het bestuur van de Bedrijvendagen 1998 - samengesteld uit vertegenwoordigers van alle studieverenigingen - zich verschanst achter een lange balie. Bezoekers kunnen er een setje cv-formulieren ophalen. De eerste lijst met vragen naar opleiding, werkervaring en motivatie is bestemd voor de workshops half oktober. De tweede voor de gespreksronden in november.
'De bedoeling is dat hier het eerste contact tussen student en bedrijf wordt gelegd', zegt bestuurslid Pieter Jellema. 'Klikt het op het eerste gezicht, dan kan de student zich inschrijven voor de workshop van het bedrijf.' Dat zal een fictieve, de firma typerende opdracht zijn, die zich eveneens zal afspelen op de campus. 'Gaat dat goed, dan kan er onderhandeld worden over een stage of zelfs over een baan na het afstuderen'.
Anneke de Groot zou het liefst vandaag al beginnen bij Interbeton of Rijkswaterstaat. In haar hand heeft de 21-jarige CT&M-studente een waaier van visitekaartjes en een Parkerpen. 'Gekregen bij Rijkswaterstaat', zegt ze.'Als ik wil, heb ik er morgen een stage. Maar het nadeel van een rijksinstelling vind ik dat je altijd in Nederland zit. Interbeton richt zich alleen op bouwprojecten buiten West-Europa. Dat lijkt me spannender.' Dan met een ernstig gezicht: helaas neemt Interbeton vooral veel civiele ingenieurs uit Delft aan. Ik heb gezegd dat daar maar eens verandering in moet komen.'
Volgens Hugo de Haas van Dorsser, recruiter bij Heineken, is het traject tussen het eerste babbeltje en een baan bij de bierbrouwer vrij lang. 'Toch hopen we hier het talent te treffen dat de kortste weg naar het management zal vinden. Heineken neemt dertig trainees per jaar aan. Het is de bedoeling dat die uiteindelijk brouwmeester worden van een vestiging.'
De Heinekenman interesseert zich zowel voor bedrijfskundige als technische studenten. 'We kunnen beide types gebruiken. Zo besloot één van onze brouwerijen op Indonesië onlangs over te stappen van houten op plastic kratten. Stel je eens voor wat dat logistiek, technisch en organisatorisch betekent.'
'Een brouwtechnisch voorbeeld', gaat De Haas van Dorsser verder, en priemt met zijn vinger op de borst van een meeluisterende student. 'Heb jij wel eens een tapbiertje uit de fles gedronken?', vraagt hij. 'Sinds kort kan dat bij Heineken. Bier van de tap bevat meer stikstof dan bier uit de fles. Het schuimt anders, het smaakt anders.'
'Daarom hebben onze scheikundigen een soort stikstofbommetje ontwikkeld dat op de bodem van de fles ligt te wachten. Als de kroonkurk er af gaat, barst het open. Het ding zit al in ons Ierse stout. Leuk hè?', knipoogt hij naar de student. 'Zou ík best willen ontwikkelen.