Ondernemersbloed kolkt bij opening academisch jaar

| Redactie

Rode lopers over de Oude Markt, dat kan maar één ding betekenen: de Universiteit Twente opent haar academisch jaar. Maandag 7 september om half vier schrijdt het cortège van hoogleraren, onder aanvoering van rector magnificus prof. dr. Frans A. van Vught, de Grote Kerk binnen. Philipstopman ir. Roel Pieper zit dan al klaar voor zijn lezing, de studentenvakbond SRD bereidt een stunt voor: een satirische Major-minorveiling.

De genodigden in de Grote Kerk zien op televisieschermen hoe de professorenoptocht met gedragen tred nadert. Maar nog steeds blijft het Io vivat - het lied dat gespeeld wordt ter verwelkoming van de academische senaat - uit. 'Psst', klinkt het zenuwachtig gefluister van waarnemend chef voorlichting Marcel Kummel, 'psst! Rik! I-o-v-i-a-t!'

Boven, achter het immense kerkorgel, schrikt Rik van der Linden, oud-toetsenist van popgroep Ekseption, op en zet net op tijd het lied in. Machtige orgeltonen, de zaal verheft zich, colbertjasjes worden dichtgeknoopt. Hoogleraren, decanen, emeriti met ridderorden op hun toga's trekken voorbij en nemen plaats voor het spreekgestoelte.

Pieper krijgt een introductie van de rector en houdt zijn lezing. 'Netwerken en Campagne' heet zijn praatje, en gaat voornamelijk over succesvol ondernemen. Retorische gaven moeten de elektronica-man helaas worden ontzegd. Pieper strooit wat met clichés over de informatiemaatschappij, benadrukt ten enenmale het belang van netwerken, en maakt een kwinkslag als iemand heel hard Yo! roept. 'Yo?, antwoordt Pieper, en denkt een tel na. 'Dat is de samensmelting van yes en no.' Hij oogst een lachsalvo.

Verder geeft de Philipstopman de academie mee dat succesvol ondernemen neerkomt op investeren, winstmaken, en die winst weer herinvesteren. 'Durfgeld heet dat', zegt hij. Let's make things better - niet vaak zal tijdens de opening van een academisch jaar zoveel over geld gesproken zijn. In de gewijde omgeving van de Grote Kerk is dat even wennen.

Ook het ondernemersbloed van Frans van Vught kolkt als hij met zijn tweede openingsrede sinds zijn aantreden begint. Vorig jaar pakte hij inhoudelijk sterk uit met de aankondiging én de intellectuele fundering van het Major-minorconcept, dit jaar kiest hij de verdediging in een rede die weinig nieuws bevat. Bastiaan Bommeljé hekelde in de NRC universiteiten die de markt opgaan als waren ze een bedrijf, voor Van Vught is dat aanleiding om het streven van de UT nogmaals uit de doeken te doen.

Ondertussen neemt buiten de SRD het Major-minorconcept op de hak. Wanneer de rector en zijn genodigden richting Pakkerij stromen, verveilt de studentenvakbond met talent voor straattheater minors in ruil voor studieonderdelen uit het basiscurriculum. De satire wordt gevoed door onvrede over de wijze waarop het college van bestuur het nieuwe onderwijsconcept wil invoeren.

Volgens de SRD hebben studenten nauwelijks de kans gehad om hun mening te geven over de invoering van Major-minor. Zo vindt de SRD het onvoldoende duidelijk aan welke studiecombinaties studenten behoefte hebben. De vakbond vraagt zich af waar de ruimte voor de minors vandaan gehaald moet worden. Voor Van Vught geen reden om niet plaats te nemen op de veilingsvloer en een bod uit te brengen op zijn favoriete minor. Pieper volgde zijn voorbeeld.

Peter Buwalda

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.