'Universiteiten hebben het niet gemakkelijk', stelde Van Vught afgelopen maandagmiddag in de Oude Kerk. 'Het rustige en onbekommerde bestaan van universiteiten en medewerkers ligt definitief achter ons.' Volgens de rector komt dat omdat universiteiten niet langer beschikken over het monopolie van de kennisproductie. Integendeel. Universiteiten verliezen het in hun zoektocht naar relevante nieuwe kennis en informatie steeds vaker van multinationals. 'Waar commerciële bedrijven zich relatief makkelijke tot global intelligence networks kunnen ontwikkelen, blijven universiteiten gekluisterd aan hun nationale overheden. Vooral omdat het bekostigen van universitair onderzoek nog grotendeels langs nationale lijnen loopt, worden universiteiten gedwongen tot een zekere introversie.' En dat komt hun concurrentiepositie op een wereldomvattende markt van 'kennisproductie' niet ten goede.
Bovendien is er volgens Van Vught een toenemende druk om de curricula beroepsgericht en maatschappelijk relevant te maken. 'Universitaire afstudeerders verlangen een adequate voorbereiding op een professionele carrière en eisen - terecht - dat universiteiten goed op de hoogte zijn van de condities op de arbeidsmarkt.'
Daarom doet een moderne universiteit er verstandig aan zich ondernemend op stellen, vindt de rector. Zo moet de UT het begrip academische vorming in die richting herdefiniëren, dient de universiteit in internationale netwerken het voortouw te nemen en moet de banden met industrie en publieke sector aangehaald worden. 'Niet om met een zo gering mogelijke inspanning zoveel mogelijk financiële voordelen te realiseren, maar om een actieve partner te kunnen zijn in strategische kennisnetwerken', aldus de rector.
Daarbij kan de UT niet ondernemend genoeg zijn, stelde Van Vught nadrukkelijk. En om dat ondernemende karakter van de UT te versterken moeten er in de nabije toekomst volgens hem 'ongetwijfeld moeilijke keuzes' gemaakt worden. 'Daarvoor is een grote samenhorigheid nodig. Deelbelangen moeten ondergeschikt zijn aan het instellingsbelang. Teamvorming en gezamenlijk risico-nemen is belangrijker dan bescherming van eigen vindingen en het blijven betreden van platgetreden paden.' Van Vught denkt dat het 'academisch hart' van de UT sterk genoeg is om de 'consequenties van academisch ondernemerschap in dynamische kennisnetwerken' aan te kunnen.