Een sterk academisch hart was de titel van de rede waarmee de rector van de UT, Frans van Vught, op maandag 7 september het academisch jaar opende. Ieder jaar ben ik, UT-studentenpastor-theoloog-academicus, erbij, ieder jaar weer, bij de State of the Union, de rede van de rector. En ieder jaar weer raakt mijn eigen, toch sterke hart bedroefd. Niet omdat de Grote Kerk eerder waarlijk gróóts was vanwege de gewijde godsspraak die, ontsproten aan de stembanden van mijn deftig-gebefte collega's van weleer, benadrukt door handgebaren, bekrachtigd met stemverheffing, gestileerd door grammaticaal-doordachte esthetica, ópklonk boven de goegemeente; niet omdat de ruime stichtelijkheid in het voormalige godshuis aan de Markt nu ingeklonken is tot het piekvermogen van een microfoon waar geluidsgolven doorheen gezonden worden als verpakking van het vlotte vakjargon van een rector van een succesvolle ondernemende universiteit. Ook niet omdat dienstdoende rectoren het steeds lagerop lijken te zoeken; stond rector Popma met ernstig-geheven hoofd nog óp de preekstoel alsof hij, vrijzinnige, bij nader inzien wenste op de vleugels van de daar aanwezige katheder-adelaar hemelwaarts gedragen te worden (t.z.t.), rector Van Vught stond volledig postmodern onderaan achter een kaal soort Schiphol-inklaarbalie voor goedkope chartervluchten en zie, de adelaar is met vleugels en al van het preekgestoelte afgeschoten om ruimte te maken voor een treurige verrekijk met afroltekst.
Neen, het zijn de volgende drie aspecten die mij met droefenis vervulden:
1. ondanks de herhaalde bewering van het tegendeel werd de waarde van de Universiteit Twente in de rectorale oratie wel degelijk en uitsluitend uitgedrukt in termen van een economisch-bepaalde onderneming. De waardering voor kennis werd gebonden aan de dominante waarde die door de gulden, het goud, het kapitaal, de markt wordt bepaald. Maar waarom niet gezocht, meneer de rector, naar de waarde van de wijsheid als maat voor de kennis? Daar staat het woord 'universiteit' toch voor? Met enig begrip van wijsheid had u veel méér kunnen benadrukken dan de economische betekenis van de Universiteit alléén en deze zeker ook, maar niet uitsluitend zoals nu.
2. en als u het over de wijsheid gehad zou hebben, zou uw academische hart als vanzelf sterk zijn uitgegaan naar waarden, die de bevordering van de humaniteit aangaan. Het recht, de vrede, de democratische samenleving, de integriteit van de natuur. Ook: de vormende waarde van kennis voor studenten. U had over allerlei activiteiten waar de universiteit in onderwijs en onderzoek óók op betrokken is kunnen spreken, activiteiten die uiteraard mede mogelijk zijn door de marktwaarde van kennis. Dan zou kennis niet als concurrentiekracht fungeren maar als echte communicatie met anderen. Uw verhaal getuigt van een povere visie; de heer Pieper van Philips, uw medespreker deed wel hoorbare pogingen om in zijn woorden enige wijsheidswaarde te leggen. Zou het bedrijfsleven ook in dat opzicht de universiteit hebben ingehaald?
3. mijn treurnis was compleet bij het kabaal dat de heilige hal vervulde nadat de heer Rick van der Linden het onzalige besluit tot uitvoering wenste te brengen om met handen en voeten via de klavier- en pedaaltoetsen van het prachtige van Dam-orgel uit 1892 de bekendste orgelcompositie van J.S. Bach te mishandelen. Verscheidene elektrieke inkijkpanelen toonden de orgelspeler alsof hij zich in een 'virtual reality' waande; een spookrijdende Hell's Angel op een Harley-Davidson die tegemoetkomend verkeer tracht te ontwijken en daarbij ernstig gehinderd wordt door een motorische storing in de linkerhand en een kokend koelwaterlek bij de rechtervoet. Dat u, rector, dit spel geniaal noemde en de eenheidscompositie van Bach plotseling in twee delen wenste te splitsen zal ik u deze keer niet euvel duiden, mits volgend jaar de voortreffelijke vaste organist van dit eerbiedwaardigegebouw weer de orgelbank zal bezetten.
Ik wens u en de hele universiteit veel wijsheid.