Het instituut hield een grootscheepse enquête onder zijn leden over hun inkomen in 1997. De ingenieurs verdienden vorig jaar 8,3 procent meer dan in 1994. Maar aangezien de waarde van geld in dezelfde periode met 6,3 procent daalde, steeg hun inkomen reëel dus maar met 2 procent.
Voor jonge ingenieurs (jonger dan dertig) zien de cijfers er iets anders uit. Zij gingen gemiddeld geen 2, maar 11 procent meer verdienen. 'Ook dat is, de krapte op de arbeidsmarkt in aanmerking genomen, relatief weinig', aldus Walther Goorden van het KIvI. 'Ik denk dat het voornamelijk te maken heeft met de loonmatiging die werkgevers, werknemers en de overheid afgesproken hebben. Het poldermodel maakt dat ook de salarissen van ingenieurs er in vergelijking met andere beroepsgroepen niet echt uitspringen.'
Alleen jonge informatici profiteren van de schaarste op hun arbeidsmarkt. Verdiende de doorsnee-computerdeskundige in 1994 jaarlijks 53 duizend gulden, inmiddels ligt dat rond de zeventigduizend. Ook industrieel ontwerpers en technisch-natuurkundigen gingen er flink op vooruit.
Opvallend is dat het inkomen van de doorsnee-ingenieur van boven de 55 juist met ruim 10 procent gedaald is. Het grote salarisgat tussen jonge en oudere ingenieurs wordt dus langzaam kleiner. De reden daarvoor is, dat het principe 'loon naar werken' steeds meer opgeld doet.
Het automatisme dat werknemers ieder jaar hun loon met een vast percentage zien stijgen, verdwijnt meer en meer. Daarnaast krijgen een groeiend aantal ingenieurs te maken met directe vormen van prestatieloon. In 1994 gold dat voor 39 procent van hen, maar vorig jaar al voor 46 procent. Jonge ingenieurs profiteren van deze ontwikkeling.
Nog steeds verdienen managers meer dan technici. Het inkomen van ingenieurs die zich uitsluitend met managementtaken bezig houden bedraagt gemiddeld 192 duizend gulden, dat van degenen die voornamelijk leiding geven 130 duizend gulden. Ingenieurs die uitsluitend vaktechnisch bezig zijn genieten een inkomen van gemiddeld 68 duizend gulden.
Ondanks de tekorten aan hoog opgeleide technici dringt het fenomeen arbeidstijdverkorting ook in de ingenieurswereld steeds verder door. Werkte in 1994 slechts 4 procent van de KIvI-leden minder dan 38 uur per week, inmiddels is dat percentage opgelopen tot veertien.
HOP
De beginnende natuurkunde-ingenieur is er qua salaris op vooruit gegaan.
![]()