TAART AANBIEDEN HELPT NIET MEER

| Redactie

Het is weer sappelen op de kamermarkt. Hier en daar zijn de wachtlijsten weliswaar wat korter dan in voorgaande jaren. Maar voor een studente uit Denekamp die binnen een week in `het Westen' onderdak moet vinden, is het ouderwets stressen geblazen. Wat de UT betreft, in Enschede en Hengelo is geen kamernood. Met een beetje geluk is er snel een onderkomen te vinden, of op de campus, of in de stad. maar in Utrecht bijvoorbeeld, valt het allemaal niet mee. Al lijkt de nood over de hele linie mee te vallen.

'Wegens grote drukte aan de balie kunnen wij u helaas niet te woord staan', deelt het antwoordapparaat van Kamerbureau Haarlem mee. Van oudsher overstijgt in deze hbo-stad de vraag naar kamers het aanbod. Dit jaar verrees er een nieuwe studentenflat in de Noord-Hollandse hoofdstad, met plaats voor honderdvijftig nieuwe eerstejaars. Maar het heeft niet geholpen: er staan zo'n zestig kamerzoekenden ingeschreven, zelfs nog meer dan vorig jaar.

Maar Haarlem is een uitzondering, zo lijkt het. Want in andere studentensteden neemt de kamernood eerder af dan toe. In Leiden bijvoorbeeld vinden de studentenhuisvesters het dit jaar erg meevallen. Er zijn `slechts' 741 studenten bekend die een onderkomen zoeken. De voorgaande jaren was het veel erger, weten een medewerker zich te herinneren. 'De universiteit trekt de laatste jaren steeds minder studenten en dat is goed te merken.' Toch is er weinig hoop voor eerstejaars uit Oost-Groningen of Zeeland die nu nog iets zoeken. 'Die hebben een groot probleem.'

Ook uit andere steden komen niet al te sombere geluiden. 'Het is nu even druk. Maar wie het in november weer probeert, heeft voor Kerst een kamer', klinkt het bij bureau Stadswonen in Rotterdam. Een woordvoerder van de Stichting Studentenhuisvesting in Groningen zegt: 'Deze stad kent al jaren geen echte kamernood meer.' En de Stichting Enschede Studentenstad durft haar plan om studenten aan een kamer te helpen zelfs een kamer-garantie-

plan te noemen.

Toch zijn er ook steden waar het weer net zo erg is als altijd. Amsterdam bijvoorbeeld. Op de wachtlijst voor het wijd en zijd bekende Uilenstede-complex in Amstelveen staan maar liefst 850 kandidaten. Eerstejaars die verder dan 105 kilometer van de stad vandaan wonen, zijn na acht maanden aan de beurt. De anderen moeten vijftien maanden geduld hebben. Drie studentenorganisaties trekken daarom deze week maar weer eens met bakfietsen vol huisraad door de stad om particulieren over te halen een kamer te

verhuren.

Nog erger is het in Utrecht, dat al jaren de grootste kamernood heeft van alle universiteitssteden. Bij de Utrechtse Stichting Jongerenhuisvesting bedraagt de wachttijd voor een kamer van drie bij vier bijna een jaar. Wie zich voor een woning inschrijft, moet vijf jaar geduld hebben. Wie nu eerstejaars is, kan dus na zijn afstuderen een behangetje gaan uitzoeken. 'Wij kennen de verhalen dat studenten tegenwoordig liever eerst thuis blijven wonen, maar we merken er niets van', zegt een medewerker van het

Utrechtse bureau. 'Integendeel, het aantal inschrijvingen stijgt

alleen maar.'

Tips om die wachtlijsten te omzeilen hebben de kamerbureaus eigenlijk niet. Een zelfgebakken taart aanbieden is in elk geval volstrekt achterhaald. Het beste is nog altijd: de stad - en vooral de supermarkt - volhangen met briefjes. Een noodkreet op een T-shirt of in een kerkblad (betrouwbare indruk!) wil ook nog wel eens helpen.

Moderner is het om een oproep op Internet te plaatsen. Maar het werkt niet. Dat heeft een studente uit het Overijsselse Denekamp ervaren. Ze kreeg in twee maanden tijd uitsluitend reacties van andere studenten, die zich bijhaar zoektocht naar een woning in Haarlem wilden aansluiten.

HOP

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.