Zij, op mijn bank

| Redactie

Zij drentelt, wiegend, over straat Kijkt links, kijkt rechts, niet waar zij gaat Haar volgen veel gestreelde ogen En weet dat zij daar acht op slaat Wiens hart wordt niet door haar bewogen Wiens tred niet naar haar toe gezogen Wiens hoofd beraamt geen minne daad Plaatst op haar pad geen huldebogen Maar ligt ze 's avonds op mijn bank Zo roerloos in haar doezend dutje Na 't eten van mijn malse prutj

Zij drentelt, wiegend, over straat

Kijkt links, kijkt rechts, niet waar zij gaat

Haar volgen veel gestreelde ogen

En weet dat zij daar acht op slaat

Wiens hart wordt niet door haar bewogen

Wiens tred niet naar haar toe gezogen

Wiens hoofd beraamt geen minne daad

Plaatst op haar pad geen huldebogen

Maar ligt ze 's avonds op mijn bank

Zo roerloos in haar doezend dutje

Na 't eten van mijn malse prutje

Dan streel slechts ik haar gladde flank

Dan ruik slechts ik haar straatvuilstank

En noem slechts ik haar plagend Trutje.

Trutje is niet meer.

PATIO 4 & 6

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.