De tijd dat de assistenten in opleiding de wetenschap wilde bedrijven voor een habbekrats is voorgoed voorbij. Het kost universiteiten de laatste jaren aanzienlijk meer moeite om onderzoeksplaatsen te vervullen. Steeds vaker verkiezen jonge academici een goed betaalde baan in het bedrijfsleven boven het schrijven van een dissertatie.
Het gemiddelde aanvangssalaris voor aio's lag tot voorkort net boven de 2000 gulden bruto per maand. Sinds de arbeidsmarkt is aangetrokken, merken de universiteiten dat ze niet langer kunnen concurreren met het bedrijfsleven, dat aan starters gemidels bijna het dubbele wordt uitgekeerd. De drie technische universiteiten hebben inmiddels hun conclusies getrokken.
De TU Eindhoven beet in april de spits af door beginnende aio's een salarisverhoging van 692 gulden per maand te bieden. In juni ging de TU Twente daaroverheen met een opslag van 700 gulden en een pakket van secundaire voorzieningen ter waarde van 8750 gulden per jaar. Gekozen kon worden uit een laptop, een OV-kaart, cursus- en congresbezoek en een campuskaart. Als laatste van de drie tu's komt Delft nu met een verhoging van 1600 gulden.
Het beginsalaris van de Delftse aio ligt daarmee in één klap op het dat in het bedrijfsleven. Op papier voltrekt de wedkamp om de jonge ingenieur zich dáár: tussen het bedrijfsleven en de technische universiteiten. Tegelijkertijd echter proberen de tu's elkaar onderling de loef af te steken. Eindhoven zette hoog en als eerste in, maar blijkt uiteindelijk de laagste bieder.
Een ingenieur die de keuze heeft tussen een plek in Eindhoven of Delft, ziet zijn inspanningen in de laatste stad stukken beter beloond. Toch houdt Eindhoven vast aan de aanvankelijke verhoging. 'Het is logisch dat de andere technische universiteiten eveneens de positie van hun aio's verbeteren', aldus hoofd Externe Betrekkingen C. van Dam. 'Hoe ze dat doen, is hun zaak. Wij blijven bij ons aanvankelijke bod.'
De UT houdt wat salariëring betreft gelijke tred met Eindhoven, maar hoopt met extra faciliteiten de trek naar Enschede te vergroten. Uitgedrukt in geld kost de nieuwe aio in Twente 1430 gulden per maand meer dan voorheen, bijna net zoveel als in Delft dus. De betaling in natura heeft belastingtechnisch echter voordelen, voor de aio én voor de universiteit. Niettemin zijn voor jonge onderzoekers met een auto en weinig interesse in congressen de mogelijkheden snel uitgeput. Een laptop koop je immers maar één keer.
P. Horsch, hoofd Personeel & Organisatie in Twente, verwacht dat andere factoren dan geld de doorslag blijven geven in de keuze voor een onderzoeksplaats. 'Als iemand echt alleen naar de guldens kijkt, kiest hij toch voor het bedrijfsleven. Waar het om gaat is dat die buitenproportionele kloof niet meer bestaat. Nu komt het aan op het aanbieden van interessante onderzoeken en een prettige leef- en werkomgeving. Dat kunnen wij in Twente. Voorlopig zie ik dus geen enkele reden om Delft te overbieden.'
