Koud op je dak

| Redactie

Vroeger toen de meeste mensen nog gewoon werkten, had elke familie maar één oom die bij zo iets vreemds werkte als een universiteit. De oom nodigde mij uit voor een bezoek aan de TH Twente. Natuurlijk werd ik opgehaald bij station Hengelo. Op de campus kwelden mij twee gedachten: ten eerste, was deze verzameling van erg lelijke gebouwen uitputtend? En ten tweede, was bij alle gebouwen de lelijkste kant naar buiten gekeerd? Ach ja, als je jong bent zie je alles van de zonnige zijde. Beide gedachten bleken niet juist. In de loop der jaren heeft men de collectie bouwsels weten uit te breiden met onjuiste scharminkels van glas, staal en steen.

Door slecht geplaatste ramen, onjuiste verlichting, onbewerkte muren en verkeerde kleuren op verkeerde plaatsen houden de meeste interieurs het midden tussen een spookhuis en een afgekeurde parkeergarage. Gelukkig is het bij de meeste gebouwen zeer moeilijk om de ingang te ontdekken. Zouden er mensen bestaan die zonder hulp, de ingang van een UT-gebouw hebben ontdekt?

Nee, het valt niet mee! Alleen al het kleurengamma van de exterieuren legt het af tegen de urinoirs die vroeger in de randstad stonden. Maak, bij wijze van experiment, een digitale foto van een gedrocht op de campus. Bewerk deze op uw computer. Wat blijkt: meestal zien bezoekers van het gebouw nauwelijks verschil tussen de nieuwe foto en het origineel. Dit betekent: het gebouw had net zo goed een etage meer of minder kunnen hebben, een keer zo breed kunnen zijn of drie in plaats van één liftschacht kunnen hebben. Kortom het gebouw had er net zo goed niet kunnen staan. Toch komen er elk jaar weer nieuwe studenten, jonge, hoopvolle mensen. Je vraagt je af waarom ze hier naar toe komen. Hopelijk niet voor de gebouwen. Iedereen die nieuw is in deze contreien raad ik aan: werk maar hard door dan mag je eerder naar huis.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.