Johan Schot was een aantal jaren geleden al betrokken bij hetzelfde project, maar dan voor de negentiende eeuw. Zijn functie was destijds redacteur, nu staat hij aan het hoofd van het geheel. De zes delen verkochten goed, vandaar dat prof.dr.ir.Harry Lintsen van de TU Eindhoven UT-collega Arie Rip benaderde om eenzelfde soort werk over de twintigste eeuw in elkaar te zetten. In 1995 lag het eerste onderzoeksplan op het bureau van de Stichting Historie der Techniek. Lag in het vorige project het accent op de industrialisatie, nu krijgt het gebruik van nieuwe technieken in bijvoorbeeld het huishouden, de haven en het vliegveld meer aandacht. Het onderzoeksplan is daarnaast veel groter van opzet. Een bedrag van liefst zestien miljoen gulden is er mee gemoeid. Vijftien miljoen is daarvan al binnen, waarvan ongeveer de helft wordt opgehoest door de negen betrokken universiteiten en vier miljoen door NWO. 'Met de toezegging van NWO hebben wij eindelijk de volledige erkenning gekregen. 'Het gaat om een uniek project en wetenschappelijk gezien uitermate boeiend,' aldus Schot. In november verschijnt zoals gezegd het eerste deel van het zevendelige standaardwerk. Het waterbeheer in Nederland, zoals de Zuiderzee en de Deltawerken staan daarin centraal. Daarnaast komt de informatietechnolgie aan bod en wordt de opzet van het gehele werk uitvoerig uit de doeken gedaan. In de overige delen is er specifiek aandacht voor chemie, energie en delfstoffen, landbouw en voeding, huishoud- en medische technologie, transport en communicatie en stad, bouw en industriële productie.
Naast de zeven boeken, zal ook nog een veelvoud van artikelen en proefschriften verschijnen, want het project bestaat niet uit het standaardwerk alleen, maar ook uit promotie- en postdoc onderzoeken. Voor Twente levert het zelfs vier onderzoeksplaatsen op. Eind 2001 zal het laatste deel van de pers rollen.