Eerstejaars studenten met arme ouders worden in de toekomst minder zwaar gestraft als ze te weinig studiepunten behalen. Zij hoeven voortaan hun aanvullende beurs niet terug te betalen. De onderwijsspecialisten van
PvdA, VVD en D66 zijn het daarover eens geworden.
Nu nog moeten arme studenten die minder dan 21 punten halen zowel hun basisbeurs als hun aanvullende beurs terugbetalen. Daarmee worden zij zwaarder gestraft voor traag studeren dan kinderen van rijkere ouders; die hebben immers geen aanvullende beurs en betalen dus alleen de basisbeurs terug.
De versoepeling van de regels voor eerstejaars maakt deel uit van een pakket maatregelen dat de fractiespecialisten hebben voorgelegd aan de informateurs. Alles bij elkaar kost dat pakket zo'n 130 miljoen gulden, hebben de specialisten becijferd.
Een nieuwe leeftijdsgrens voor de studiefinanciering is een van de maatregelen. Nu verliest een student die 27 jaar wordt zijn recht op beurs of lening. In de toekomst houdt een student dat recht zolang hij maar
vóór zijn 25ste is begonnen te studeren.
De fracties willen ook de systematiek van de prestatiebeurs aanpassen. Nu wordt maar twee keer gemeten of een student snel genoeg is: na het eerste jaar en aan het eind van de studie. Ze willen nog een derde meetpunt.
Het bedrag dat studenten per maand krijgen, gaat omhoog met honderd gulden. Ze krijgen dat bedrag echter niet als beurs, maar moeten het lenen. Tegelijk willen de fractiespecialisten iets doen aan de angst van studenten voor studieleningen - en dus schulden. De aflossing van die schulden, inclusief de rente die erover betaald moet worden, wordt in de toekomst
aftrekbaar voor de belasting.