KIvI stelt zich de internationale bescherming en de waarborging van de ingenieurstitel ten doel. Dit betekent onder andere dat uw organisatie de vinger aan de pols zal moeten houden van het onderwijs aan de drie technische universiteiten. Hoe kijkt KIvI in dat kader aan tegen de Major-minorplannen van de Universiteit Twente?
'Vooraf dit: omdat ik pas sinds 1 april in functie ben, heb ik mij nog niet uitvoerig verdiept in deze materie. Bovendien ken ik het officiële KIvI-standpunt niet. Maar afgaande op wat ik van Frans van Vught heb gehoord, wil ik op eigen titel het volgende kwijt: pas op voor het technische gehalte van de opleiding. Dat mag onder geen beding lager worden.
Ik denk dat een ingenieur tijdens zijn studie geen wiskunde, natuurkunde en techniek genoeg kan krijgen. Dat is zijn basis. Management, ethiek, bestuurskunde en wat al niet, dat leert hij tijdens zijn werkende leven wel. In de praktijk of op een MBA-opleiding.'
U ziet dus geen directe noodzaak voor academische verbreding van de ingenieur, zoals die in Twente beoogd wordt?
'Hoe breder, hoe beter natuurlijk. Maar nogmaals: die verbreding mag op geen enkele manier ten koste gaan van de technische kunne van de ingenieur. Het KIvI garandeert dat Nederlandse ingenieurs voldoen aan de internationale norm. Om die garantie in de toekomst te kunnen blijven geven, moet er in de curricula eerder méér aandacht voor techniek komen, dan minder. Niet voor niets heeft KIvI zich indertijd sterk gemaakt voor de vijfjarige technische opleiding. Een ingenieur moet eerst zijn vak leren, dan pas oriënteert hij zich op andere gebieden. Of dat in Twente zo blijft, dat kan ik niet beoordelen. Laten we het hopen.'
U zegt: de kennis om management- en staffuncties te bekleden verwerft een ingenieur maar in z'n eigen tijd, of in de tijd van zijn werkgever. Is dat geen achterhaalde gedachte?
'Ik denk het niet. Wat je nu ziet is dat jonge juristen, economen en bedrijfskundigen hoog instromen in het bedrijfsleven. Ze wandelen bij wijze van spreken zo de directiekamer binnen. Maar als puntje bij paaltje komt en de discussie wordt inhoudelijk, dan leunt dat soort mensen sterk op de technici in het bedrijf: de ingenieurs. Als je die groep - laten we zeggen mensen van begin dertig, wetenschappelijk goed onderlegd én in het bezit werkervaring - een MBA-graad laat halen, dán heb je wat. Over die doelgroep heb ik met TSM Business School gesproken. KIvI richtte samen met TSM al de cursus Management voor Jonge Ingenieurs op. Door onze krachten te bundelen hopen we in de toekomst meer ingenieurs de directiekamer in te krijgen.'
Niettemin verbond KIvI zijn naam aan de leerstoel Filosofie van Techniek en Cultuur in Delft. Tijdens zijn oratie pleitte prof. ir. A. Meijers voormeer economie, geschiedenis en politieke wetenschappen in de Nederlandse ingenieursopleiding. Dat lijkt te sporen met de Twentse Major-minor opzet, maar in tegenspraak met uw visie.
'Op het eerste gezicht wel ja, maar als ik het wel heb, vergelijkt Meijers de TU Delft met het Massachusetts Institute of Technology (in het Amerikaanse Boston, red.). MIT besteedt 20 tot 25% van het curriculum aan gamma- en alfavakken, zegt hij, terwijl dat in Twente maar 5 tot 10% is. Dat kan zo zijn, maar je moet niet vergeten dat MIT toch een uitgelezen technische opleiding heeft. Als jullie Major-minor dezelfde combinatie kan maken, is dat natuurlijk positief.'
Zou het KIvI de UT in dat opzicht niet kunnen steunen door een vergelijkbare leerstoel in te stellen?
'KIvI is een nationaal instituut, dus wat in Delft kan moet ook in Twente en Eindhoven kunnen. Persoonlijk heb ik niets te maken gehad met de benoeming in Delft. Maar ik zal het idee eens opperen in de vereniging. Zo'n leerstoel zou niet slecht zijn voor KIvI. Wie weet.'