Onder aanvoering van de laatste - Kuiper zegevierde in '77 en '78 - worstelden 530 Twentenaren zich eerste Pinksterdag naar de top van deze 'Nederlandse alp'. Een record. Nooit eerder waagden zich zoveel fietsers tegelijk op de flanken van 'Madame Huez'. Twentsche Courant Tubantia organiseerde de monsterbeklimming, Kuiper tekende voor de sportieve kant. In Twente stoomde hij tijdens een zestal clinics (waaraan de UT-er Frank Höppener meewerkte) de meute klaar voor de alp: 528 deelnemers haalden de finish, onder hen drie medewerkers van de UT. Drie impressies.
Albert Schoute (54) is hoofddocent bij Informatica. Was als oudste van de drie UT'ers het eerste boven. Bleek een echte berggeit. Tanige lichaamsbouw, 77 kilo licht, geneigd tot doorbijten. Kwam tijdens de klim met gemak uit het zadel. Pedaalde in 1.20 uur naar de top van Alpe d'Huez. Tactiek: in één ruk naar boven, maar zonder door de pijngrens te gaan. Was daardoor bij machte te genieten van het uitzicht. Beweert een deuntje te hebben gefloten. Dit vermoedelijk bij wijze van spreken.
'Mooi was het moment waarop de bus de Alpen inreed. Voor die tijd leek 't wel een schoolreisje: veel grappen en sterke verhalen, gezang, gelach. Maar toen Alpe d'Huez voelbaar aanwezig werd, viel het stil. Ineens leek iedereen te beseffen dat het menens was. De grappen maakten plaats voor zenuwachtige gesprekken over de grootte van tandwielen en zo.
Als Nederlander weet je ook niet wat je te wachten staat. Ik had wel eens wat gefietst in Frankrijk, maar echte cols, dat niet. Het waanzinnige aan Alpe d'Huez is dat je 14 kilometer lang alleen maar stijgt. Geen moment van ontspanning, nooit even de benen stil.
Maar gelukkig beschikte ik over een zeer goede fiets. Het ding had de top van Alpe d'Huez zelfs al eens eerder gezien. Begin jaren negentig was dat. Toen zat Frank Andreu erop, een Amerikaan uit de toenmalige Motorolaploeg van Hennie Kuiper. Dat zit zo. Mijn zoon was amateurrenner en fietste tijdens zijn studie TBK bij de Oldenzaalse Wielerclub. Daar kon hij - via Kuiper - aan een tweedehands proffiets komen. Die fiets had ik bij me.
Geen overbodige luxe. Vooral de eerste paar kilometer niet. Dan gaat die berg zo steil omhoog, dat je denkt mijn god. Na een paar bochten wordt het gelukkig iets vlakker. Begrijp me goed, ik ben met plezier naar boven gereden. Heerlijk rondkijken, genieten van het weer, en zo nu en dan iemand uit je wiel rijden natuurlijk.
Dat kan alleen maar als je een redelijke basisconditie hebt. Ik geloof dat ik een uur sneller was dan Ben Olde Achterhuis. Klopt dat? Geen wonder, Olde Achterhuis heeft geen enkel sportverleden (klopt niet, red.). Bovendien moet hij veel meer gewicht naar boven zeulen (niet na te gaan, red.). We zaten in hetzelfde trainingsgroepje, we zijn nog getweeën de Tankenberg opgereden. Eerst hij voorop, terwijl ik de pedalen stilhield en me aan zijn fiets vasthield, later andersom. Zo bereidt een Nederlander zich voor op het echte klimmen.'
Hans uit het Broek (36) werkt als financieel medewerker bij het Fascilitair Bedrijf. Liet racefiets jaren in de schuur staan, stofte hem af voor de operatie Alpe d'Huez. Reed zonder haperen naar boven, maar durfde niet uit het zadel. Eindigde net achter collega Schoute. Geen geboren klimmer, maar merkte tot zijn genoegen dat hij mee kan in de bergen. Ondanks zijn vierkante gestel. Woog vóór hij in training ging 95 kilo, daarna 89. Vatte grote sympathie op voor Hennie Kuiper.
'Kuiper is een machtige vent. Tomeloze inzet voor het project. Mooi ook om te zien hoe in Frankrijk de deuren voor hem openvliegen. Zoals vlak voor de start bleek. We stonden met z'n vijfhonderden aan de voet van Alp d'Huez, komen er twee Franse motoragenten aan. Wat moet dat hier? Uw vergunning, s'il vous plait. Die hadden we natuurlijk niet. Op zo'n vergunning schijn je namelijk minstens drie jaar te moeten wachten. Daar hadden die gendarmes 'niets mee te maken'. Probleempje dus. Komt Kuiper vanachter de meute vandaan, stelt zich voor aan die dienders, en legt in ploegleidersfrans uit wat er gaande is. 'Aha, Énnie Kwiepère!', roepen die agenten. Pas de problème! Allez-y. Veel plezier. Zo gaat dat, hè.
Wielrenners, daar heb ik altijd een grenzeloze bewondering voor gehad. Ze kunnen zich nooit verstoppen, zeker niet in bergetappes. Als je niet fit bent, val je genadeloos door de mand. In een teamsport als voetbal kun je je nog verschuilen achter je medespelers. Op zo'n alp win je of ga je voor de bijl.
Kuiper fietste tijdens de klim op en neer om achterblijvers te helpen. Fantastisch. Die man heeft die berg drie keer genomen. Doet 'm niks. Zelf had ik gelukkig geen hulp nodig. In anderhalf uur was ik boven, niet lang na Schoute. Het was mijn bedoeling in één keer door te rijden. Er waren ook deelnemers die 21 bananen bij zich hadden. In elke bocht stapten ze af en aten er één op. Da's niks voor mij.
Olde Achterhuis - mijn chef - finishte een uur na mij. Maar petje af hoor, die man is vijftig (klopt bijna, red). Ik geloof dat-ie er in de voorbereiding 14 kilo heeft afgetraind (13 kilo, red). Ikzelf heb de smaak van het wielrennen goed te pakken. Tennis, voetbal en hardlopen doe ik al, maar ik denk er serieus over om me aan te melden bij een fietsclub.
Ben Olde Agterhuis (49), BOA voor ingewijden, is in leeftijd de middelste van het trio. In het dagelijks leven hoofd van het Facilitair Bedrijf en in de voorbereiding op het alpenspektakel in de -wat heet- zwakste groep ingedeeld. Had nog nooit een racefiets gezien, maar trapte sinds januari bijna tweeduizend kilometer weg. En hoe. Zet nu nog wekelijks aan voor een tochtje van een kilometer of vijftig, zestig. Met een gemiddelde van tegen de dertig, niet gek voor een amateurtje. 'Ik ben verslaafd', bekent Ben, die ook op een hele fatsoenlijke fiets rondrijdt. 'Ik geloof een Batavus'. Kleinste tandwiel voor: 32, grootste achter een '26'. Alpe d'Huez tijd: 2 uur 14 minuten.
'Ik vond het schitterend. Ik ben vanaf het begin van de training anders gaan eten. Door al die inspanningen en andere eetgewoonten bracht ik mijn gewicht terug van 99 kilo naar 86. Sport had ik al jaren niet meer gedaan. Ik stopte op mijn vijfentwintigste met tafeltennis. Ik heb nu pas de draad weer opgepakt en die wil ik vasthouden. Ach, het was natuurlijk zwaar, maar niet onoverkomelijk. Het begin van Alpe d'Huez is heavy, ja, dan weet je niet wat je overkomt. Bij de derde bocht moest ik er even af om mijn ademhaling op orde te krijgen. Had ik geleerd van een oudere coureur. Daarna ging het best lekker, maar ik durfde er geen tandje bij te zetten. De tweede onderbreking kwam omdat ik moest wachten op een kudde schapen. Vond ik niet erg, mijn vrouw en ik hebben wat met schapen. Dat wordt waarschijnlijk mijn volgende aankoop, een stel van die beesten.
Kijk, de kunst is om lekker te trappen. Niet te licht, niet te zwaar. Vergeet niet dat ik nog nooit in de bergen heb gereden. De hoogste top was voor mij de Holterberg. Daar hebben we in de winter flink getraind in sneeuw en kou. Daar word je hard van. Heb je ook nodig, die mentaliteit. Het geluk was natuurlijk ook dat het prachtig weer was, terwijl het daags tevoren nog flink had geregend. Nee, we hoefden na afloop niet af te dalen, dat had me wel wat geleken: met tachtig kilometer naar beneden. Voor mij mag dit elk jaar, maar ik vrees dat het een eenmalige happening was. Iedereen was lief voor elkaar en vooral tolerant. Dat was voor mij de grootste opsteker.'
Bert Groenman
Albert Schoute, direct na de finish
Ben Olde Agterhuis, de helm scheef op het hoofd, nadert het einddoek
Hans uit het Broek (links) en Ben Olde Agterhuis, samen met Hennie Kuiper op de foto.