'De bestuurlijke structuur van de campus is aan verandering toe', schrijft het college van bestuur in de vorige week gepresenteerde nota 'Toekomst Campus en Studentenvoorzieningen op de UT'. 'De afgelopen jaren is steeds duidelijker geworden dat de relatie tussen het bestuur van de campusvoorzieningen (raad voor de campusvoorzieningen en campuscollege) en het beheer (campusmanagementteam) heeft geleid tot negatieve gevolgen voor het functioneren van zowel de student-bestuurders als het campuspersoneel.'
Studenten hebben te weinig oog voor de lange termijn karakter van het beheersproces, medewerkers spelen niet flexibel genoeg in op de ad-hoc activiteiten die studenten graag willen organiseren. Althans, waar het de samenwerking tussen bestuur en beheer betreft. Tijdens de organisatie van concrete activiteiten - dus in de samenwerking tussen verenigingen en medewerkers - doen zich 'geen of nauwelijks' problemen voor, aldus de nota.
Om de 'knelpunten' in de relatie tussen studentbestuurders en professionele medewerkers weg te nemen, kiest het CvB voor een heel nieuw campusbestuur. Studenten krijgen een maximale eigen verantwoordelijkheid. De raad voor de campusvoorzieningen en het campuscollege wordt vervangen door een Student Union, die twee hoofdtaken krijgt. De studentbestuurders gaan het beleid op het sport-, cultuur- en ontspanningsbeleid vaststellen en daarnaast (een gedeelte van) de Bastille, de Pakkerij, het Watersportcomplex, de Kwispedoor en de Achterhorst beheren. De activiteiten in deze Union-gebouwen vallen eveneens onder het campusbrede studentenbestuur. De dienst Studentenzaken gaat de Union ondersteunen.
Ook de professionele organisatie verandert drastisch. Het CvB gaat de dienst Campusvoorzieningen splitsen. Een deel van het personeel wordt ondergebracht bij Studentenzaken, een andere deel zoals portiers, technici en andere 'ondersteuners' vallen na september waarschijnlijk onder het Facilitair Bedrijf. Die dienst wordt verantwoordelijk voor de professionele facilitaire ondersteuning van alle UT-gebouwen.
De nota laat overigens nog veel open. De inrichting van de Student Union laat het CvB over aan de studenten. Wel hecht het college aan een gekozen studentenbestuur en ondersteuning vanuit Studentenzaken en het Facilitair Bedrijf. Om dat laatste te realiseren wil het CvB bij beide diensten een contactfunctionaris aanstellen. Ook de precieze verantwoordelijkheden van de Student Union moeten nog ingevuld worden.
Functies veranderen, macht verschuift
Campusplan leidt tot onzekerheid
Met de nota over de toekomst van de campusorganisatie haalt het college van bestuur heel wat overhoop. Functies veranderen, macht verschuift, de dienst Campusvoorzieningen verdwijnt en studenten krijgen meer verantwoordelijkheid, zoveel is zeker. Maar hoe de nieuwe structuur er precies uit gaat zien? Wie welke budgetten gaat beheren? Niemand die het precies weet. En dus is het wantrouwen groot.
Over één ding zijn alle betrokkenen het eens: de nota Toekomst Campus/Studentenvoorzieningen roept meer vragen op dan ze beantwoordt. Het college van bestuur heeft slechts de richting en de randvoorwaarden gegeven. De medewerkers van de diensten en de studenten die de campus besturen mogen zelf voor de 'nadere invulling van de voorgestelde nieuwe structuur' zorgen. De toewijzing van de middelen, de inrichting van de Student Union, het beheer van de Union-gebouwen, verhoudingen met instructeurs en faciliterende professionals, het is aan studenten en medewerkers om aan te geven hoe ze alles willen regelen.
'Een prachtige uitdaging', vinden de student-bestuurders van het campuscollege. 'Tot op het niveau van de koepels gaat alles goed. We vinden het goed dat het college dat als vertrekpunt heeft genomen. Als we als studenten met goede en stevige voorstellen komen krijgt de Union straks veel te vertellen.' Ook Hannah de Vries, hoofd van het cultureel centrum, denkt dat je door het maken van goede afspraken bijvoorbeeld goed kunt regelen hoe studenten de gebouwen en de zalen kunnen gebruiken. De studentenverenigingen in de Pakkerij en de watersporters van Euros zien evenzeer mooie kansen en grote mogelijkheden.
Maar dat zijn dan ook zo ongeveer de enigen, zo lijkt het. Sjoerd van den Berg voorzitter van de raad van de campusvoorzieningen is bijkans woedend. 'Ik zie bijna niks terug uit de nota Kansen op de Campus. Die plannen hebben wij samen met het campusmanagement gemaakt. Een jaar hebben we er aan gewerkt. En wat is er van overgebleven? Bedroevend weinig.'
De cultuurkoepel Apollo is 'heel ongelukkig' met een aantal belangrijke punten uit de nota. 'Bovendien', stelt Tanja Timmermans, 'vinden we het wel wat gek dat we een jaar op zo'n ontzettend vaag stuk hebben moeten wachten.' Ook Martin Peeters van de sportraad reageert teleurgesteld. 'Het is goed dat het CvB alle voorgaande rapporten over de toekomst van de campus onderschrijft. Maar vervolgens moet ik we constateren dat de beleidmakers er in de nieuwe nota niets concreets mee doen. Ik snap ook niet waarom het CvB niets uit 'Kansen op de campus' overneemt.'
Peeters gaat met zijn kritiek op de nota nog een stapje verder. Want hoewel er expliciet in de vastgestelde nota staat dat het idee van een vrije markt op de campus verlaten is, ondekte hij dat de marktwerking er nog steeds op een verkapte manier inzit. Hij denkt dat er door de scheiding van diensten een tweedeling op de campus ontstaat. Aan de ene kant heb je de instructeurs die lessen verzorgen. Aan de ander kant de facilitaire mensen die bijvoorbeeld de zaalhuur regelen. Studenten moeten straks naar twee loketten. Nu kunnen ze nog bij één iemand terecht.
Peeters: 'Als de zaalverhuur bij FB wordt ondergebracht komen die medewerkers verder van studenten af te staan. Uit het oog uit het hart, denk ik altijd maar. De medewerker van FB gaat waarschijnlijk strak en star plannen. Derden zullen eerder voorrang krijgen. Omdat ze goed betalen en omdat ze meestal al ver van tevoren reserveren.'
Ziedaar: de commerciële verhuur wint het van studenten. Marktwerking dus? 'Onzin', stelt rector Frans van Vught licht geïrriteerd. 'We hebben de marktwerking er echt helemaal uitgehaald. Studenten die dat niet begrijpen moeten nog maar eens een boekje over economie gaan lezen. Met de verenigingen gaan we langlopende afspraken maken.'
André Ligthart, adjunct-directeur van het sportcentrum en lid van de ondernemingsraad, vindt de opdeling tussen een poot verhuur en een poot instructie een 'kwalijke zaak'. In de Vrijhof blijkt de tweedeling niet te werken. Daar zijn ze net weer aan het kijken of ze alles weer bij elkaar kunnen voegen. Waarom wil het college van bestuur de tweedeling opeens overal invoeren? Ik heb er geen verklaring voor.'
Ligthart is sowieso niet zo positief over het collegebesluit. 'Medewerkersworden met een kluitje in het riet gestuurd. We praten al een jaar met alles en iedereen over een nieuwe structuur. Helemaal voor nop. Het CvB heeft alles onderuitgeveegd en voor een volstrekt andere campusorganisatie gekozen. Ik vind dat je zo niet met je mensen om kunt gaan.'
De meeste personeelsleden vinden de situatie volkomen onduidelijk. Ligthart daarover. 'Tijdens de zogenaamde voorlichtingsbijeenkomst heeft Schutte (CvB, red.) een heleboel gezegd, maar niets vertelt. Toen ik hem vroeg: gaat u nog personeelsleden ontslaan zei hij: 'Dat ligt niet in de bedoeling.' Ook op de vraag wie de nieuwe directeur van FB wordt, Bout of Olde Agterhuis, gaf hij geen antwoord. Als je onrust binnen het personeel wilt creëren moet je dat zo doen.'
Maar er zijn nog meer hindernissen die het college van bestuur moet nemen. De Centrale Studentenraad moet met de nota instemmen. Tabitha Dingjan, van de KPS-fractie, ziet dat tijdens de vergadering van 30 juni niet gebeuren. 'Bijna iedereen vindt de splitsing tussen Studentenzaken en het Facilitair Bedrijf niet goed.' Ferdy Onink, van de DD-fractie, is het daar mee eens maar hoopt wél dat de centrale studentenraad gaat instemmen.
Ook de voorzitter van de Centrale Ondernemingsraad, Dick Meijer, is kritisch. 'Wij zullen vooral op de procedures letten. Je kunt je afvragen of die tot nu toe wel zorgvuldig genoeg geweest zijn. Reorganisatieplannen moeten wel helder, duidelijk en goed onderbouwd gepresenteerd worden.'
Het besluit van het college van bestuur laat nog veel open. Vooral voor medewerkers geeft dat veel onzekerheid. Waar kom ik terecht? Wat krijgen studenten nu werkelijk te vertellen? Het besluit van het college geeft nog geen antwoord op deze prangende vragen.
Maar ook de studenten van de Sportraad en Apollo wantrouwen de ruimte die ze krijgen. De resultaten van een jaar discussiëren en voorstellen schrijven vinden ze niet direct in de nota van het CvB terug. Daarom zijn ze bang dat het college ook tijdens de volgende fase niet voldoende naar ze luistert. En dat hun bestuurlijke macht afneemt in plaats van toeneemt. Van Vught is van mening dat studenten geen enkele reden hebben om bang te zijn. 'Studenten krijgen aanzienlijk meer invloed dan ze nu hebben. Meer budget zelfs. Daar is de hele nota op gericht.' Wordt vervolgd dus.