Piloot worden wilden we allemaal, maar Hans Heerkens was het ernst. 'Mijn vroegste herinneringen spelen zich af in een sportvliegtuig. Mijn vader bouwde begin jaren zestig een ijzermijn in de rimboe van Liberia. Ik was drie. Die vluchten boven het oerwoud ben ik nooit vergeten. Ik koester ze.'
Maar zoals met de meeste pilotendromen werd het niet wat. Wie Heerkens aankijkt, begrijpt waarom. Zijn pupillen dansen heen en weer op een manier die een piloot zich niet kan permitteren. 'Nystagmus', zegt hij, 'een oogafwijking.'
Vrede heeft de 41-jarige Twent er nog steeds niet mee. Maar als tiener vond hij het erger. Zó erg dat hij de luchtvaart radicaal de rug toe keerde. 'Ik wilde er niets meer mee te maken hebben, het was me te pijnlijk. Ik ben gitaar gaan spelen, heel fanatiek, wilde naar het conservatorium. Vliegtuigtechniek? Alsjeblieft niet, dat vond ik veel te confronterend.'
Heerkens nam zelfs een cd op, met Hollandse luistermuziek, Klein Orkestachtig, een enkeling noemt Boudewijn de Groot, - 'de gelijkenis', glimlacht hij voorbeeldig bescheiden, 'niet het niveau.' Maar het conservatorium, ook dat werd het niet.
Zo verwoord dreigt Heerkens' verhaal te verzanden in tragiek. We doen hem tekort. Zijn bestuurskundestudie aan de UT - eind jaren zeventig, midden jaren tachtig - schonk hem voldoening, deed hem het vliegen vergeten. 'Beleidsmatig denken', zegt hij, 'daar houd ik wel van.'
Inmiddels verricht hij promotieonderzoek bij de T&M-leerstoel operationele methoden en systeemtheorie. Zijn proefschrift zal uitspraken doen over de redenaties die ten grondslag liggen aan de prioriteiten die mensen stellen tijdens het kiezen van kapitaalaankopen.
Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan. Na de jaren van de ban bekende Heerkens zich toch weer tot de luchtvaaart, zijn ware liefde. In zijn vrije tijd bekwaamde hij zich in het zweefvliegen, haalde een sportvliegbrevet, vloog in een straaltrainer, en stortte zich intensief op vakliteratuur over vliegtuigen en luchtvaartgeschiedenis.
Hij maakte er geen half werk van. Vandaag is Heerkens 's neerlands meest gevraagde mediadeskundige wanneer het gaat om zaken die zich afspelen in het luchtruim. Stort er een Boeing neer op een flatgebouw, dan stopt er minuten later een taxi aan zijn voordeur die koers zet naar Hilversum.
Tandenborstel en pyjama gaan mee, want Heerkens verblijft in rampzalige tijden al snel drie werkdagen in de buurt van de camera's. 'Onderweg heb ik dan tijd om even mijn geheugen op te frissen. Goede journalisten willen een analyse horen, een visie op het gebeurde - die heb ik meestal wel paraat. Maar de trivialere feitjes en weetjes moet ik zelf ook nazoeken.'
Toch: hoe vergaart een leek zoveel specialistische kennis? Bij Heerkens kun je te rade gaan over driedekkers uit de eerste wereldoorlog, maar hij weet je ook te vertellen dat die Concordes al jaren haarscheurtjes vertonen. 'Kranten, tijdschriften, boeken', zegt hij. 'Vakbladen als Flight international en Interavia.'
'Ken je Len Deighton? Schrijft spionageromans. Heeft eens een boek gepubliceerd waarvan ze bij de Britse geheime dienst wit wegtrokken. Hoe, vroegen ze zich af, komt die Deighton in hemelsnaam aan deze uiterst gevoelige informatie? "Heren", antwoordde hij, "ik lees de kranten."' Heerkens lacht. 'Die jongens en meisjes in het Pentagon doen het ook zo: gewoon de zaakjes bijhouden.'
Maar stiekem doet Heerkens meer - veel meer. Vroeger stond hij bij vliegshows steevast in het publiek. Aan de verkeerde kant van de streep, vond hij. 'Ik moest die vliegtuigen in. Dus, bedacht ik, ik word journalist.' Zijn eerste artikel stuurde hij midden jaren tachtig naar zeven vakbladen. Drie wilden er met hem in zee. 'En dan gaan de deuren voor je open.'
Momenteel vervaardigt hij maandelijks een typebeschrijving voor Luchtvaartwereld. Militair, historisch, burgerluchtvaart - alles door elkaar. Aanstaande maandag klimt hij in een originele Mustang, een Amerikaanse jager uit de tweede wereldoorlog. 'Misschien wel mijn alltime favorite', bekent hij. 'De elegantie, de klasse van dat toestel, dat vind ik ongelofelijk.'
Een ander zelfgegraven kanaal is het keuzevak Luchtvaartindustrie, dat hij al jaren verzorgt voor TBK-studenten. Sprekers op de hoorcollegelijst: Benno Baksteen, voorzitter Platform Nederlandse Luchtvaart, John Boelen, oud-marktanalyticus van Fokker, René Kalman, hoofd inkoop KLM, Mike Ogg, topman binnen de Amerikaanse defensieindustrie.
'Dat levert vuurwerk op', zegt Heerkens. 'Boelen verzucht hoe verdraaid moeilijk het is om een vliegtuig aan de man te brengen, Kalman verkondigt dat tijdens het uur dat hij spreekt de prijs van een Boeing met tienduizend dollar gestegen is.' Achteraf eet Heerkens met zijn gasten. 'Voor mij wordt het dan pas echt gezellig.'
Hoe dichtbij kan een - relatieve - leek komen? 'Tja, wat is dichtbij. Ik zit in een onafhankelijk club die de Kamer zal adviseren over de aanschaf van de Joint Strike Fighter, de beoogde opvolger van de F-16. Gaat om een investering van twaalf miljard. Als je het dan toch over kapitale aankopen hebt.'
Hans Heerkens: ...dus besloot ik journalist te worden...