Over en sluiten
Denk ik. Geloof ik. Naar mijn mening. Vind ik. Frases die eigenlijk vooral vrouwen bezigen. Mannen gebruiken ze amper en presenteren hun mening eenvoudig als een algemene waarheid. Dat legt gewicht in de schaal en dat weten ze. Twee voorbeelden uit de afgelopen week. Kysia Hekster debatteerde zaterdag met Hans Adriaansens over studeerbaarheid in het Muziekcentrum Enschede. Hekster, niet de minste, want ze was in het verleden voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond, presenteerde zich op een typisch vrouwelijke manier: ze dacht en geloofde een heleboel. Hetzelfde gold voor een van de weinige vrouwelijke deelnemers aan de campusontwerpprijsvraag. Fianne van Lindenaar liet haar gedachten gaan over 'De campus na 2000 als een futuristisch landgoed'. Het werd een leuk plan met een oprijlaan, spectaculair ogende gebouwen, een beeldentuin en uitgekiende verlichting. Voldoende voor een eervolle vermelding. Maar ook zij vond en dacht zo vaak. Verzwakte haar redenering door zelfs 'naar mijn mening' tussen haakjes toe te voegen. Waarom? Waarom deed zij dat en waarom doen vrouwen dat in het algemeen? Kunnen ze net zo goed niets zeggen. De meiden die aan de UT studeren zijn net zo slim, snel en intelligent als de jongens. Ze waren even goed op de middelbare school, anders zouden ze het hier niet eens redden. En ondanks al hun talent zullen het ze minder ver brengen dan hun mannelijke studiegenoten. Ze zijn te bescheiden.