Charter
Ik heb mij heel goed verstopt. Tussen de koffers. Alle kinderen zoeken mij. Dat geeft het gelukzalige gevoel dat ik heel belangrijk ben. En ook, dat ik heel bijzonder ben, want ze kunnen mij niet vinden. Overal zoeken ze. Komt er iemand in de buurt, dan houd ik mij muisstil. En verdwijnt hij weer, dan haal ik opgelucht adem. Maar als er al een hele tijd niemand meer in mijn buurt geweest is, begin ik mij ineens eenzaam te voelen. Ik houd het niet langer uit in mijn schuilplaats. En als ik mijn vriendjes dan aantref in de bijkeuken - allemaal vol overgave aan het kleien, mij vergeten - dan voel ik mij vreselijk in de steek gelaten.