De Bladen
Delta, het weekblad van de TU Delft, behandelt een wel heel prikkelend onderwerp in haar kolommen: een interview met een zoenprofessor. Het gaat om alumna Dieke van Ewijk (31) die bouwkunde studeerde aan de TU maar tegenwoordig als zoendeskundige door het leven gaat. Ze bedacht een zoenmuseum, een mobiele tentoonstelling vol zoenwetenswaardigheden, ze schreef een boek over zoenen en doopte zichzelf om tot professor Saliva Zuurmond in de zoenkunde. Haar missie is om Nederlanders aan het zoenen te krijgen want die zoenen niet alleen weinig spectaculair maar ook véél te weinig. `Ik schrok toen ik hoorde dat een Nederlandse tongzoen gemiddeld maar tien seconden duurt', zegt Van Ewijk tegen Delta. `Tijdens een mensenleven wordt maar een week of twee getongzoend! Als we doodgaan hebben we langer voor een rood stoplicht gestaan dan gezoend. Dat kan natuurlijk niet.' Als Saliva Zuurmond spreekt ze haar publiek vermanend toe omdat het zo weinig zoent en somt ze de voordelen op. Zoals: `Tijdens het zoenen maak je meer speeksel aan en dat is goed voor je gebit: je krijgt stralend witte tanden.' Maar in haar zoenmuseum laat ze ook de donkere kant zien: afbeeldingen van mondziektes in de engedingenkast en een tong op sterk water. Zoentechnieken houden vaak niet over, vindt ze. `De propellorkus van overenthousiaste zoeners wordt vaak genoemd als ergernis. Heel onerotisch als iemand direct wild in je mond zijn tong ronddraait. Ook met de fonteinzoen is het oppassen, dat is een heel natte kwijlzoen. Denk erom dat je blijft slikken, dat is belangrijk!'