Geknipt uit de bladen
Kleren maken man en vrouw. Draag kleding waarin je je goed voelt en die bij je uiterlijk en omgeving passen. Immers 'het doet er weinig toe wat je zegt'. De eerste dertig seconden van een ontmoeting zijn voldoende een eerste indruk van iemand te krijgen. Kleding en stemgebruik bepalen 93 procent van die indruk. Ad Valvas (Amsterdam) citeert een imagoconsultant die een lezing gaf voor hoofdzakelijk in lange broek en trui of blouse geklede VU-werkneemsters. Zelf droeg de consultant een oranjerood mantelpakje. Voorbeelden van goed geklede Nederlanders zijn volgens de aanwezige bezoekers Maartje van Weegen, Sonja Barend, Paul Witteman en Winnie Sorgdrager. Dat komt omdat zij kleren dragen die bij hun fysieke eigenschappen, persoonlijkheid en omgeving passen en die niet in strijd zijn met de mode: 'Bij ieders persoonlijke kleur passen eigen kleurkarakteristieken. Je huid bepaalt of appeltjesgroen, lindegroen, blauwgroen of sparrengroen bij je passen. Kies je kleuren die niet bij je passen, dan zegt men 'wat heb je een mooi pak aan' in plaats van 'wat zie je er mooi uit'.' Heeft iemand een 'warme' huidskleur, dan zijn kleuren met een gouden tint en warme kleuren volgens de consulente mooier dan blauwe kleuren en grijstinten. Die passen weer beter bij iemand die 'koel' gepigmenteerd is. Mensen met licht haar en lichte ogen moeten niet te donkere kleuren dragen en voorzichtig zijn met te grote contrasten, terwijl donkere types zonder problemen zwart kunnen dragen en contrasterende kleuren kunnen combineren.