Iraanse studenten en onderzoekers kunnen niet zomaar worden geweerd van instituten en opleidingen waar ze nucleaire kennis opdoen. Oppositiepartij GroenLinks acht dit in strijd met het gelijkheidsbeginsel.
Vlak voor de zomervakantie zetten ministers Plasterk van Onderwijs en Verhagen van Buitenlandse Zaken hun handtekening onder een regeling die vijf locaties en negen ‘gevoelige’ studierichtingen tot verboden gebied verklaart voor studenten met een Iraans paspoort. Instellingen die deze wens uit Den Haag negeren, kunnen volgens het kabinet strafrechtelijk worden vervolgd. Het verbod geldt ook voor Iraniërs met een dubbele nationaliteit. Om geen onnodige belemmeringen op te werpen voorziet het kabinet wel in een ontheffingsprocedure.
Het besluit wordt volgens het kabinet ingegeven door VN-resolutie 1737, ofwel het ‘kennisembargo’ jegens Iran. Lidstaten worden daarin verzocht zo terughoudend mogelijk te opereren als het gaat om de verspreiding van nucleaire kennis richting Iran.
GroenLinks heeft inmiddels schriftelijke kamervragen gesteld. De partij vindt de houding van het kabinet onaanvaardbaar, want in strijd met artikel 1 van de Grondwet. Nederland zou het enige land zijn dat de VN-resolutie zo nauw neemt.
Begin dit jaar speelde de kwestie ook al op, toen de UT en de TU Eindhoven op verzoek van minister Plasterk Iraanse studenten weigerden bij ‘proliferatiegevoelige’ opleidingen. De verboden werden opgeschort in afwachting van de brief van het kabinetsbesluit.
HOP, Thijs den Otter
